artikel
Waarom dit onderzoek?
Hoewel tromboflebitis lange tijd werd beschouwd als een onschuldige kwaal, bleek recentelijk dat er een verband bestaat met diepe veneuze trombose en longembolie (VTE) en mogelijk arteriële complicaties. De grootte van het risico op deze complicaties is niet precies bekend.
Onderzoeksvraag
Hoe groot is het risico op VTE of arteriële trombose na een tromboflebitis?
Hoe werd dit onderzocht?
Uit een register van alle Deense ziekenhuizen werden 10.973 patiënten geïdentificeerd die van 1980-2012 werden gezien met een tromboflebitis zonder een pre-existente diepe veneuze trombose (DVT). Bij iedere patiënt werden 50 controles uitgevoerd, die waren gematcht op leeftijd en geslacht. De uitkomsten waren een VTE, hartinfarct, CVA en het overlijden van de patiënt.
Belangrijkste resultaten
Het absolute risico voor patiënten op DVT na tromboflebitis bleek met 12,8 per 1000 persoonsjaren 11-voudig verhoogd te zijn. In de eerste 3 maanden na tromboflebitis bleek het risico hierop zelfs bijna 90-voudig verhoogd te zijn tot 2,5%. Daarna daalde het risico op DVT na 5 jaar tot 6,3 keer het risico in de controlegroep. Het risico op longembolie was 5-voudig verhoogd, en dan ook met name in de eerste 3 maanden met een absoluut risico van 0,9%. Het toegenomen risico gold zowel voor secundaire DVT (zwangerschap, chirurgie, fractuur) als voor idiopathische DVT. De relatieve risico's op een hartinfarct (1,2), op een CVA (1,3) en op overlijden (1,3) waren kleiner, maar wel statistisch significant en vertoonden eenzelfde beloop in de tijd als het risico op DVT.
Consequenties voor de praktijk
Dit onderzoek bevestigt eerdere bevindingen. Met fondaparinux kan het risico op symptomatische VTE's aanzienlijk worden verlaagd. Of het absolute risico groot genoeg is om te behandelen, lijkt een persoonlijke afweging van de arts te zijn. Gezien de selectie van patiënten kan dit risico in de huisartspraktijk kleiner zijn. De onderzoekers waren niet in staat om een uitspraak te doen over de relatie met de omvang en lokalisatie van de tromboflebitis.
Reacties