Tretinoïne; belofte voor de eeuwige cutane jeugd?

Klinische praktijk
A.C. de Groot
J.W. Weyland
J.P. Nater
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:848-51

Tretinoïne (vitamine A-zuur) wordt al sinds jaren lokaal toegepast voor de behandeling van acne. In de Verenigde Staten is dit middel onlangs ingezet in de strijd tegen rimpels en andere verouderingsverschijnselen van de huid. Kort na de publikatie van een klinisch onderzoek naar de effectiviteit van tretinoïne 1 waren alle crèmes en lotions uitverkocht en steeg de beurswaarde van de fabrikant tot ongekende hoogte. Is tretinoïne de belofte voor de eeuwige cutane jeugd?

Veroudering van de huid

Veroudering van de huid wordt veroorzaakt door intrinsieke en extrinsieke factoren. Intrinsieke veroudering is genetisch bepaald. Extrinsieke veroudering wordt veroorzaakt door ultraviolette straling (UV) van de zon en van artificiële lichtbronnen,2 en mogelijk ook door rook van sigaretten3 en langdurige blootstelling aan wind, hitte en chemische noxen.4 De klinische verschijnselen en de histologische afwijkingen van beide typen van veroudering – waarbij onzes inziens de scherpe afscheiding zoals die in de…

Auteursinformatie

Carolus Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Postbus 1101, 5200 BD 's-Hertogenbosch.

Dr.A.C.de Groot, dermatoloog.

Rijkskeuringsdienst van Waren, afd. Cosmetica, Enschede.

Dr.J.W.Weyland, apotheker.

Academisch Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Groningen.

Prof.dr.J.P.Nater, dermatoloog.

Contact dr.A.C.de Groot

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leiden, mei 1990,

Met veel belangstelling hebben wij kennis genomen van het artikel van collegae De Groot et al. (1990;848-51). In de beschouwing wordt geschreven dat het routinematig gebruik van breed-spectrum-UV-filters met een hoge beschermingsfactor moet worden gestimuleerd. De breedheid van het absorptiespectrum van chemische zonnebrandcrèmes valt echter in de praktijk tegen, omdat ze slechts in geringe mate bescherming bieden tegen langgolvig ultraviolet licht (UV-A).1 Hoewel dierexperimentele studies hebben aangetoond dat regelmatige applicatie van een UV-B-blokkerende ‘zonnebrandcrème’ veroudering van de huid zou vertragen,23 is het de vraag of deze resultaten mogen worden geëxtrapoleerd naar de mens. Behalve bescherming tegen zonnebrand hebben zonnebrandcrèmes ook een invloed op het ‘zongedrag’ van mensen. Door het gebruik van een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor worden de zonaanbidders als het ware aangemoedigd om zich langer aan de zon bloot te stellen. Doordat zonnebrandcremes voornamelijk bescherming bieden tegen UV-B, zullen de gebruikers minder last ondervinden van de verschijnselen van zonnebrand.45 Door het wegvallen van de signaalfunctie van zonnebrand is er echter sprake van een veel grotere blootstelling van de huid aan UV-A, wat op de lange duur resulteert in elastose en andere verschijnselen van huidveroudering. Als gevolg van dit paradoxale effect zouden zonnebrandcrèmes averechts kunnen werken op het proces van huidveroudering. Wellicht is het verstandiger in de voorlichting met betrekking tot de schadelijke effecten van zonlicht meer nadruk te leggen op de ‘natuurlijke’ beschermende maatregelen, zoals het dragen van een zonnehoed, bedekkende kleding en het vermijden van blootstelling aan zonlicht tussen 12.00 en 15.00 uur.6

Vooral kinderen zouden de doelgroep van deze voorlichting moeten zijn, omdat de actinische schade, die reeds in de vroege jeugd wordt opgedaan, zeer bepalend is voor het proces van huidveroudering op latere leeftijd. De Victoriaanse badmode was dus zo gek nog niet.

M.C.G. van Praag
J.G. van der Schroeff
W. Bergman
A.M. Mommaas
Literatuur
  1. Farr PM, Diffey BL. Adverse effects of sunscreens in photosensitive patients. Lancet 1989; i: 429-30.

  2. Kligman LH, Akin FJ, Kligman AM. Prevention of ultraviolet damage to the dermis of hairless mice by sunscreens. J Invest Dermatol 1982; 78: 181-9.

  3. Plastow SR, Harrison JA, Young AR. Early changes in dermal collagen of mice exposed to chronic UV-B irradiation and the effects of a UV-B sunscreen. J Invest Dermatol 1988; 91: 590-2.

  4. Youngh AR. Senescence and sunscreens. Br J Dermatol 1990; 122: 111-4.

  5. Kligman LH. The ultraviolet-irradiated hairless mouse: a model for photoaging. J Am Acad Dermatol 1989; 21: 623-31.

  6. Taylor CR, Stern RS, Leyden JJ, Gilchrest BA. Photoaging/ photodamage and photoprotection. J Am Acad Dermatol 1990; 22: 1-15.