'Transient ischaemic attacks', niet-invaliderende herseninfarcten en het voorkómen van erger: nieuwe gegevens over de behandeling

Opinie
J. van Gijn
P.J. Koudstaal
M. Vermeulen
J. Lodder
H. van Urk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:2259-62

Zie ook het artikel op bl. 2273.

Eens per jaar ongeveer komt de huisarts in aanraking met een patiënt die een ‘waarschuwing van een beroerte’ (‘transient ischaemic attack’, TIA) heeft doorgemaakt,1 en ongeveer even vaak ziet hij een patiënt met een ‘kleine beroerte’, dat wil zeggen een herseninfarct dat slechts lichte restverschijnselen heeft achtergelaten.2 De kans om door een (nieuw) herseninfarct getroffen te worden loopt bij deze patiënten zonder behandeling uiteen van 7 per jaar (alle patiënten) tot 3 per jaar (de minst bejaarde patiënten, die tot op heden naar de neuroloog worden verwezen).3 De ‘waarschuwing’ geldt overigens ook de kans op een hartinfarct (3 tot 5 per jaar).4

Onze kennis van de behandelingsmethoden die mogelijk en nodig zijn om deze gevaren af te wenden, is in het nabije verleden sterk toegenomen. Alvorens dit nieuws toe te lichten, achten wij een kort woord over de diagnostiek…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, vakgroep Neurologie, Utrecht.

Prof.dr.J.van Gijn, neuroloog.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Rotterdam.

Afd. Neurologie: dr.P.J.Koudstaal, neuroloog.

Afd. Chirurgie: prof.dr.H.van Urk, chirurg.

Universiteit van Amsterdam, vakgroep Neurologie, Amsterdam.

Prof.dr.M.Vermeulen, neuroloog.

Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep Neurologie, Maastricht.

Dr.J.Lodder, neuroloog.

Contact prof.dr.J.van Gijn, Academisch Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 85500, 3508 GA Utrecht

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, december 1991,

In het heldere overzicht van J.van Gijn et al (1991;2259-62) miste ik (in het gedeelte over de behandeling) een nadere nuancering betreffende de situatie bij patiënten met dubbelzijdige stenose en patiënten met enkelzijdige afsluiting en stenose van de contralaterale A. carotis interna. Graag wil ik de auteurs vragen naar de invloed van deze situaties op het operatierisico en de eventuele postoperatieve complicaties.

M. Bolt

Utrecht, januari 1992,

Het gegevensbestand van de European Carotid Surgery Trial over 1384 patiënten die tot heden wegens een ‘waarschuwing van een beroerte’ een endarteriëctomie van de desbetreffende A. carotis interna ondergingen (ongepubliceerde gegevens), bevat geen aanwijzingen dat de kans op een perioperatief herseninfarct beïnvloed wordt door de aanwezigheid van een stenose of occlusie van de contralaterale A. carotis interna.

J. van Gijn