Toename multimorbiditeit bij patiënten in de huisartsenpraktijk in de periode 2003-2009<sup>*</sup>

Onderzoek
Margot A.J.B. Tacken
Wim Opstelten
Ilse Vossen
Ivo J.M. Smeele
Hilly Calsbeek
J.E. (Annelies) Jacobs
Jozé C.C. Braspenning
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3109
Abstract

Samenvatting

Doel

Het meten van de omvang en de groei van chronische multimorbiditeit in een eerstelijnspatiëntenpopulatie.

Opzet

Beschrijvend longitudinaal onderzoek.

Methode

Uit de gegevens van huisartsenpraktijken in het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH) selecteerden we patiënten met chronische longaandoeningen, chronische cardiale aandoeningen en diabetes mellitus. In de periode 2003-2009 berekenden we voor ieder jaar de prevalentie van deze afzonderlijke aandoeningen. Vervolgens bepaalden we omvang en groei van multimorbiditeit uitgesplitst naar 4 leeftijdsgroepen(0-14, 15-44, 45-64, > 65 jaar).

Resultaten

In 2003 had 12,6% van alle patiënten ten minste 1 van de onderzochte chronische aandoeningen. In 2009 was dit percentage met bijna een vijfde toegenomen tot 15,0%. Van alle patiënten met ten minste 1 chronische aandoening had in 2003 15,9% multimorbiditeit; dit percentage bedroeg 18,3% in 2009. De groei van deze multimorbiditeit was waarneembaar voor alle 3 de chronische aandoeningen en in alle volwassen leeftijdsgroepen. In hoeverre deze groei werd beïnvloed door betere morbiditeitregistratie kon niet worden achterhaald.

Conclusie

In de afgelopen jaren lijkt het aantal patiënten met een chronische aandoening aanmerkelijk te zijn toegenomen, evenals het aantal lijdend aan multimorbiditeit. Bij voortzetting van deze trend, zal in 2015 de multimorbiditeit alleen al voor patiënten ouder dan 65 jaar met diabetes mellitus, een chronische longaandoening en/of een cardiale aandoening zijn gegroeid zijn tot ruim 30%.

Auteursinformatie

* Een deel van de in dit artikel beschreven resultaten is eerder gepubliceerd in Huisarts Wet 2009;52:61

Universitair Medisch Centrum St Radboud, Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), Nijmegen.

Dr. M.A.J.B. Tacken en drs. I. Vossen, gezondheidswetenschappers; dr. H. Calsbeek, verplegingswetenschapper; dr. J.E. Jacobs, medisch socioloog; dr. J.C.C. Braspenning, sociaal psycholoog.

Nederlands Huisartsen Genootschap, afdeling Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Utrecht.

Dr. W. Opstelten, huisarts.

Zorggroep DOH Eindhoven.

Dr. I.J.M. Smeele, kaderhuisarts astma/COPD.

Contact dr. M.A.J.B. Tacken (m.tacken@iq.umcn.nl)

Verantwoording

De beschreven analyses zijn uitgevoerd met gegevens verzameld in het kader van de jaarlijkse monitoring van het Nationaal Programma Grieppreventie (van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek) door het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). LINH is een samenwerkingsverband van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en het Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare). Voor meer informatie zie www.linh.nl. Zonder de medewerking van de LINH-huisartsenpraktijken en de steun van het LINH-logistieke en automatiseringsteam was de uitvoering van dit onderzoek niet mogelijk geweest.
Belangenconflict: Dr. I.J.M. Smeele ontving vergoeding voor het verzorgen van nascholing van Astra Zeneca, Glaxo en Boerhinger Ingelheim. Financiële ondersteuning: Dr. M.A.J.B. Tacken, drs. I. Vossen, dr. H. Calsbeek, dr. J.E. Jacobs, en dr. J.C.C. Braspenning ontvingen via hun instituut een beurs van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - Centrum voor Bevolkingsonderzoek (RIVM-CvB) en van de regionale ondersteuningsorganisatie voor de eerstelijn ‘ROS-Robuust’.
Aanvaard op 6 april 2011

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Hartfalen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties