Syndroom van Cushing; optimaliseren van de diagnostiek

Klinische praktijk
W.W. de Herder
A.J. van der Lely
F.H. de Jong
S.W.J. Lamberts
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1449-54

Zie ook de artikelen op bl. 1429, 1432, 1436, 1441, 1445 en 1455.

Het syndroom van Cushing, dat veroorzaakt wordt door een toegenomen concentratie van glucocorticoïden in de bloedbaan, werd in 1912 en 1932 beschreven door de neurochirurg Harvey Cushing. Op basis van een geschatte prevalentie van 13 patiënten per miljoen inwoners komen er per jaar ongeveer 200 nieuwe gevallen van het syndroom van Cushing in Nederland voor. Meer dan een halve eeuw na Cushings beschrijvingen zijn er met name in de laatste jaren belangrijke verbeteringen gekomen in de vaak lastige diagnostiek van dit syndroom. In dit overzichtsartikel bespreken wij systematisch de stappen welke genomen moeten worden in de diagnostiek van het syndroom van Cushing.

De hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as

In de hypothalamus wordt het adrenocorticotrofine-vrijmakend hormoon (corticotrofine-‘releasing’ hormoon (CRH)) geproduceerd. Het CRH bereikt de hypofysevoorkwab via het poortadersysteem tussen hypothalamus en hypofyse. Tezamen met een aantal andere hypothalame factoren, zoals vasopressine…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Interne Geneeskunde III, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Dr.W.W.de Herder, dr.A.J.van der Lely en prof.dr.S.W.J.Lamberts, internisten; prof.dr.F.H.de Jong, biochemicus.

Contact dr.W.W.de Herder

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties