In Nederland is er sinds kort een richtlijn voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag en een kwaliteitsdocument voor de ketenzorg.
Toepassing van een soortgelijke richtlijn in Engeland ging gepaard met minder suïcides.
Huisartsen en hulpverleners in de ggz moeten systematisch opgeleid en getraind worden in het toepassen van de richtlijn.
Omdat de meeste mensen die door suïcide om het leven komen niet in behandeling zijn, moeten ook naaste familieleden en vrienden en ‘gatekeepers’ betrokken worden bij suïcidepreventie.
Familieleden en vrienden moeten snel over relevante informatie kunnen beschikken en geholpen worden bij hun vermoedens en vragen. De huisarts en internet spelen hier een belangrijke rol.
Bezuinigingen die de toegankelijkheid van acute ggz beperken hebben een negatief effect op het suïcidecijfer.