Stralingsbelasting door computertomografie in Nederland

The increasing use of CT brings with it concerns about the ionizing radiation exposure involved and the associated risks, especially the risk of cancer.
As a precaution, it is presumed that even low doses entail risks, in proportion to the dose.
Developments in CT technology such as automatic exposure control and tailored scan protocols make it possible to reduce the radiation dose, sometimes considerably.
It is important to be critical about the indication for the test. The diagnostic advantage should outweigh the possible long-term risks.
Children are at greater risk; in their case there should be a strong indication for CT and the dose should be low.

Samenvatting

Het toenemend gebruik van computertomografie (CT) baart zorgen over de stralingsbelasting en daarmee gepaard gaande risico’s, vooral de kans op kankerinductie.
Voorzichtigheidshalve gaat men ervan uit dat ook lage doses risico’s met zich meebrengen, evenredig met de dosis.
Ontwikkelingen in de CT-techniek zoals automatische belichtingsregeling en op de patiënt toegesneden scanprotocollen maken het mogelijk de stralingsdosis - soms sterk - te verminderen.
Men moet kritisch zijn op de indicatie van het onderzoek. De diagnostische winst nu moet opwegen tegen de mogelijke langetermijnrisico’s.
Kinderen lopen een groter risico en vooral bij hen dient de CT-indicatie sterk te zijn en de dosis laag.

Artikelinformatie

13 februari 2009

In print verschenen in

week 8 2009

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B103

Vakgebied

Beeldvorming

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam.

Afd. Radiotherapie: dr. J.B.A. Kipp, radiobioloog.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Radiologie, Leiden.

Dr. K. Geleijns, klinisch fysicus; drs. A.J. van der Molen, radioloog.

Contact Afd. Radiologie: prof.dr. J. Stoker, radioloog; dr. H.W. Venema, klinisch fysicus (j.stoker@amc.uva.nl)

Verantwoording

P. Stoop (RIVM), R.A.J. Nievelstein (Universitair Medisch Centrum Utrecht) en R.R. van Rijn (Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam) droegen bij aan dit artikel met informatie en discussie.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 25 november 2008