Stoppen met TNF-α-blokkers bij reumatoïde artritis?*

Onderzoek
Dubbelpublicatie
Martijn A.H. Oude Voshaar‡
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3414
Abstract

Samenvatting

Doel

Evalueren of het stoppen van de behandeling met tumornecrosefactor(TNF)-α-blokkers bij patiënten met reumatoïde artritis die een stabiele, lage ziekteactiviteit hebben, kosteneffectief is.

Opzet

Kosteneffectiviteitsanalyse.

Methoden

Wij gebruikten gegevens van de landelijke ‘Potential optimalisation of (expediency) and effectiveness of TNF-blockers’(POET)-trial (NL2965), en de niet-parametrische ‘bootstrap’-techniek om de incrementele kosteneffectiviteitsratio en het bijbehorende 95%-betrouwbaarheidsinterval te schatten voor het stoppen van de behandeling met TNF-α-blokkers ten opzichte van het voortzetten ervan. Vervolgens bepaalden we de netto monetaire waarde van het stoppen van de behandeling ten opzichte van het voortzetten ervan voor verschillende ‘willingness to accept’(WTA)-drempelwaarden.

Resultaten

Een patiënt die stopt met de behandeling met TNF-α-blokkers bespaart de maatschappij jaarlijks gemiddeld € 7133 (95%-BI: 6071-8234) , maar verliest gemiddeld 0,022 ‘quality-adjusted life years’ (QALY’s) (95%-BI: 0,002-0,040). Wanneer de maatschappij bereid zou zijn om een bedrag ≤ € 200.000 te accepteren om 1 QALY in te leveren, dan is de kans dat het stoppen van de behandeling met TNF-α-blokkers kosteneffectief is groter dan 90%. Wanneer de maatschappij echter pas bij een bedrag > € 800.000 bereid zou zijn om 1 QALY in te leveren, dan is het voortzetten van de behandeling kosteneffectief (p > 0,90).

Conclusie

Het stoppen van de behandeling met TNF-α-blokkers bij patiënten met reumatoïde artritis die een stabiele, lage ziekteactiviteit hebben, gaat gepaard met een aanzienlijke kostenbesparing en met slechts een gering gezondheidsverlies.

Auteursinformatie

Universiteit Twente, Arthritis Center Twente, Medisch Spectrum Twente en vakgroep Psychologie, Gezondheid en Technologie: dr. M.A.H. Oude Voshaar, psycholoog.

‡Namens de POET-studiegroep.

Contact M.A.H. Oude Voshaar (a.h.oudevoshaar@utwente.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Martijn A.H. Oude Voshaar‡ ICMJE-formulier
Stoppen met TNF-α-blokkers?
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Farmacotherapie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Wat is er op tegen van een patiënt te vragen een klein stukje gezondheidsbeleving op te geven ten gunste van een voor de gemeenschap forse kostenbesparing? Dat is in de kern waarom het draait in het artikel van psycholoog dr M.A.H. Oude Voshaar ‘Stoppen met TNF-a-blokkers bij reumatoïde artritis’. Hierin wordt verslag gedaan van een onderzoek onder patiënten met reumatoide artritis (RA), een chronische pijnlijke invaliderende gewrichtsaandoening, met als vraag of het “verantwoord en veilig is om de behandeling met TNFa-blokkers te stoppen bij patiënten die een stabiele, lage ziekteactiviteit hebben". Hierbij wordt gebruik gemaakt van een zgn POET-trial, een afkorting voor “Potential optimalisation of expediency and effectiveness of TNF-blockers-trial”. Eén van de verwachtingen van dit onderzoek was dat het stoppen van de behandeling gepaard zou gaan met lagere directe medische kosten.” Er is dus sprake van een financiëel belang dat met dit onderzoek wordt gediend. De auteur maakt hier geen geheim van. En In het bijgevoegde commentaar wordt geconcludeerd dat “het stoppen van de behandeling de beste optie is voor de maatschappij”. 

Dokters van deze tijd wordt dus geadviseerd te zoeken naar wat het beste is voor de maatschappij, ook als dit niet het beste is voor hun patiënt. De argumentatie hiervoor komt voor 100% uit economische hoek, waar gedacht wordt in groepen en categoriën, niet in zieke individuen. Onder de auteurs is geen enkele medicus. 

Het lijdt ons inziens geen twijfel dat iedere behandelend arts, in goed overleg met de patiënt of diens vertegenwoordigers, rekening moet houden met de gezondheidsbeleving en waardering van individuele patiënten. Zozeer zelfs dat uiteindelijk hun welzijn de ultieme keuze in het behandelplan moet bepalen en niet de POET of de poen.

Jan C. Molenaar, emeritus hoogleraar Kinderheelkunde