Stoppen is een werkwoord

Opinie
Toosje Valkenburg
Kees Kramers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1882

artikel

Tijdens de covid-19-pandemie is veel zorg uitgesteld. Een deel van die zorg zullen we moeten inhalen, een deel lijkt ook schadeloos verdampt. Zo lijken lang niet alle dichtgeslibde vaten nu nog operatief opengemaakt te hoeven worden. Bepaalde zorg kan dus best stoppen of minder snel gestart worden, al hadden we dat liever op eigen afweging gedaan en niet gedwongen door een virus.

Overigens was al langer bekend dat doktershandelingen niet altijd gezondheidswinst opleveren. In dit nummer beschrijft hoogleraar vaatchirurgie Joep Teijink bijvoorbeeld hoe hij veel spaarzamer is geworden met opereren bij claudicatio intermittens (D6110). Intensieve fysiotherapiebehandeling bleek vaak net zo succesvol.

‘Als je niets verandert, kun je ook niets verkeerd doen’

Het stoppen van zorg is niet eenvoudig. Je hebt jaren gedacht dat je iets zinvols deed en je verdiende er nog leuk aan ook. Maar het kán wel. We zijn ook gestopt met routinematige tonsillectomieën (D5828). Wat vandaag goede zorg is, kan over 5 jaar achterhaald zijn. Dat geeft geen vrijbrief om richtlijnen naast je neer te leggen, maar zou wel bescheiden moeten maken en ruimte moeten geven om in individuele gevallen anders te kiezen. Zo kun je ook besluiten een langdurige behandeling bij een patiënt te stoppen. Weer niet eenvoudig, want ook die patiënt zal denken jarenlang iets zinvols gedaan te hebben. Stoppen is zo een werkwoord.

Veel dokters beginnen er niet aan: als je niets verandert, kun je ook niets verkeerd doen. Stoppen begint met goede uitleg, begeleiding van de patiënt en evaluatie van de beslissing (D6054). Het vraagt daarnaast reflectie en standvastigheid: als de patiëntrelatie gaat wringen, als na stoppen bij die enkele patiënt wat vervelends gebeurt, of als er tóch een onwaarschijnlijke nare diagnose wordt gesteld bij iemand die je niet had doorgestuurd. De patiënten die je hebt gevrijwaard van onnodige diagnostiek en behandelingen zie je niet terug in de statistieken. Het is dan van belang dat de beroepsgroep zich realiseert dat het tijdig stoppen met, of niet starten van, een interventie goede geneeskunde is en om dappere dokters vraagt (D6152 en D6136).

Goede geneeskunde betekent dat je kunt onderscheiden waarmee je wél, maar ook waarmee je vooral níet moet ophouden. Dat etaleren vijf bevlogen dokters in een panelgesprek in dit nummer (D6266). Uiteindelijk is er alle reden voor optimisme, want juist het kunnen bespreken van het stoppen maakt de vertrouwensrelatie tussen dokter en patiënt bijzonder. Daar dus niet mee stoppen!

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties