Sterfte aan hart- en vaatziekten neemt wereldwijd toe

In de periode 1990-2013 zorgden vergrijzing en groei van de bevolking wereldwijd voor een toename van het aantal sterfgevallen door hart- en vaatziekten, ondanks een afname van de leeftijdspecifieke sterftecijfers in de meeste regio’s. Alleen Centraal- en West-Europa zijn erin geslaagd om de cardiovasculaire gezondheid zo te verbeteren dat het aantal sterfgevallen daalde. Dat is de conclusie van Gregory Roth (University of Washington) en collega’s na een uitgebreide analyse van mortaliteitsdata (N Engl J Med. 2015;372:1333-4).

De onderzoekers bestudeerden data van de ‘Global Burden of Disease Study 2013’ over doodsoorzaken in 188 landen. Zij brachten met 3 rekenscenario’s de belangrijkste invloeden achter de veranderingen in sterfte aan hart- en vaatziekten in kaart.

In 2013 stierven wereldwijd 17,3 miljoen mensen aan cardiovasculaire ziekte, dat is 41% meer dan in 1990 (12,3 miljoen). In diezelfde periode nam het aantal sterfgevallen met 39,3% af dankzij epidemiologische veranderingen, zoals betere zorg en betere leefstijl.

In gebieden van Azië en Afrika was het aantal sterfgevallen door hart- en vaatziekten het meest gestegen. In het zuiden van Latijns-Amerika, Australië en het rijke deel van Noord-Amerika bleef het totale aantal cardiovasculaire doden gelijk ten opzichte van 1990, omdat vergrijzing en groei gecompenseerd werden door de daling in leeftijdspecifieke sterftecijfers. Alleen in Centraal- en West-Europa was een afname in cardiovasculaire sterfte te zien doordat de epidemiologische veranderingen het effect van populatiegroei en vergrijzing teniet deden.

‘Onze analyse laat zien dat zonder het effect van populatiegroei en vergrijzing de epidemiologische veranderingen zouden hebben geleid tot daling van het aantal cardiovasculaire sterfgevallen in de meeste regio’s in de wereld’, concluderen de auteurs.