Stereotactische radiochirurgie met aangepaste lineaire versneller voor cerebrale arterioveneuze malformaties: eerste ervaringen in Nederland

To assess the effects of stereotactic radiosurgery of a cerebral arteriovenous malformation (AVM).

Design

Prospective.

Method

In November 1991-December 1995 linear acceleration radiosurgery was performed on 29 patients for their 30 cerebral AVMs in the University Hospital Vrije Universiteit, Amsterdam, the Netherlands. There were 15 females and 14 males with a mean age of 37.1 years (range: 13-58). Generally one isocentre was used and 15 Gy was given to the margins of the AVM at the 80 isodose. The mean target volume was 2.4 ml (range: 0.5-8.2). After 6 months, one year and thereafter every year, neurological and MRI-controls took place, in the outpatient ward. Angiography was performed after an average of 35 months (range: 24-70) to check if the AVM had obliterated.

Results

Angiographic post-treatment results were available in 27 patients and MRI information in one. Angiographic obliteration occurred in 20 patients (71). No permanent radiation-induced neurological deficit was seen, nor did any hemorrhage occur during the interval between irradiation and obliteration.

Samenvatting

Doel

Evaluatie van de effecten na stereotactische radiochirurgie van een cerebrale arterioveneuze malformatie (AVM).

Opzet

Prospectief.

Methode

In november 1991-december 1995 werden 29 patiënten met 30 cerebrale AVM's radiochirurgisch behandeld met een aangepaste lineaire versneller in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit te Amsterdam. De groep bestond uit 15 vrouwen en 14 mannen. De gemiddelde leeftijd was 37,1 jaar (uitersten: 13-58). Op 5 na werden de patiënten bestraald met een eenmalige dosis van 15 Gy op de periferie van de vaatmisvorming, samenvallend met de 80-isodosislijn. Het stereotactisch bestraalde doelvolume was gemiddeld 2,4 ml (uitersten: 0,5-8,2). Bij 27 van de 30 bestralingen werd 1 isocentrum gebruikt. Na een halfjaar, 1 jaar en daarna jaarlijks vond poliklinisch neurologisch onderzoek en MRI-onderzoek plaats. Na gemiddeld 35 maanden (uitersten: 24-70) werd angiografisch gecontroleerd of de AVM was geoblitereerd.

Resultaten

Angiografische follow-upgegevens waren beschikbaar van 27 patiënten en MRI-informatie van nog 1 patiënt. Complete obliteratie van de AVM's werd bereikt bij 20 van hen (71). Door de bestraling geïnduceerde permanente neurologische uitval deed zich niet voor. Er waren geen AVM-bloedingen in de periode tussen de bestraling en de obliteratie.