Uitdagingen voor mensen met diabetes mellitus

Sporten en insulinegebruik

Een glucosemeter en insulinespuit liggen naast elkaar. Twee miniatuurfiguurtjes van hardlopers staan erbij.
Linda C.A. Drenthen
Evertine J. Abbink
Dick H.J. Thijssen
Cees J. Tack
Bastiaan E. de Galan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5956
Abstract

Samenvatting

  • Sporten past binnen een gezonde leefstijl en biedt ook aan mensen met diabetes mellitus verschillende gezondheidsvoordelen.
  • Sommige mensen met diabetes die insuline gebruiken hebben moeite met sporten of zien ervan af vanwege de schijnbaar onvoorspelbare veranderingen in de bloedglucosespiegel tijdens en na de sportactiviteit en het verhoogde risico op late (nachtelijke) hypoglykemieën.
  • Insulinegebruik bij mensen met diabetes verstoort de fysiologische aanpassingsmechanismen die nodig zijn om de glucoseverlagende en -verhogende effecten van sporten te compenseren en de bloedglucoseconcentratie binnen de normaalwaarden te houden.
  • Aerobe inspanning leidt bij mensen met diabetes die insuline gebruiken veelal tot een daling van de bloedglucoseconcentratie tijdens de activiteit, terwijl bij anaerobe inspanning de bloedglucoseconcentratie juist verhoogd is gedurende de activiteit.
  • Door een combinatie van (continue) glucosemetingen, tijdelijke aanpassing van de insulinedosis en inname van koolhydraten is het mogelijk om de bloedglucoseconcentratie rond het sporten goed te reguleren en hypoglykemieën te voorkomen.
Auteursinformatie

Radboudumc, Nijmegen: Afd. Interne Geneeskunde: drs. L.C.A. Drenthen, arts-onderzoeker; dr. E.J. Abbink, senior arts-onderzoeker; prof.dr. C.J. Tack en prof.dr. B.E. de Galan, internisten. Afd. Fysiologie: prof.dr. D.H.J. Thijssen, fysioloog.

Contact L.C.A. Drenthen (linda.drenthen@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Linda C.A. Drenthen ICMJE-formulier
Evertine J. Abbink ICMJE-formulier
Dick H.J. Thijssen ICMJE-formulier
Cees J. Tack ICMJE-formulier
Bastiaan E. de Galan ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dank voor dit nuttige overzicht. Het advies om af te zien van sporten bij een aanvangsglucose lager dan 5 mmol/L lijkt mij echter te rigoureus. In mijn ervaring (n=1) is die lage glucose eenvoudig te verhelpen met twee tot vier dextrosetabletten, dan gaat de glucose binnen vijf tot tien minuten richting 10 mmol/L. Misschien vereist langdurige inspanning onderweg nog extra koolhydraten, maar dat is geen reden om er niet aan te beginnen.

prof. dr. Martijn Katan

Beste prof. dr. Katan,

Hartelijk dank voor uw bericht. Als de glucose bij aanvang van het sporten onder de 5 mmol/l is raden wij af om op dat moment te starten met (aeroob) sporten omdat men dan een zeer hoog risico heeft op het krijgen van een hypoglykemie binnen korte tijd nadat de activiteit is gestart. Als de glucose na het innemen van koolhydraten voldoende is gestegen kan men inderdaad starten met sporten. In figuur 3 hebben we dit proberen weer te geven. Dextrosetabletten hebben vanwege hun hoge glycemische index inderdaad snel effect op de bloedglucoseconcentratie. Wij adviseren om dan tegelijkertijd ook koolhydraten in te nemen die een langduriger effect hebben op de bloedglucose, zodat ook tijdens de sportactiviteit de bloedglucose stabieler blijft. Afhankelijk van een aantal factoren (zoals de insulineconcentratie en de duur, het type en de intensiteit van het sporten) zal daarbovenop inname van koolhydraten tijdens het sporten nodig zijn. Uiteraard is het van groot belang te benoemen dat individualiseren hierbij zeker noodzakelijk is, omdat datgene wat bij de ene persoon goed werkt onvoldoende kan zijn bij iemand anders. Mocht men overigens voor aanvang van het sporten een daadwerkelijke hypoglykemie hebben gehad, dan is het risico hierop tijdens sporten duidelijk verhoogd. Dit geldt ook nadat de bloedglucose middels koolhydraten is gestegen, omdat de signalen van een hypoglykemie dan veelal later worden opgemerkt (op basis van het hypoglykemie geassocieerd autonoom falen).

Met vriendelijke groet,

Linda Drenthen