Samenvatting
Terbinafine is een nieuw antimycoticum voor de orale behandeling van dermato- en onychomycosen. Er worden 7 ziektegeschiedenissen beschreven van patiënten met smaakverlies na gebruik van dit middel. Bij 4 van hen trad volledig smaakverlies op. Bij 1 patiënt bleef slechts de smaak voor zoete produkten bestaan, terwijl bij een 2e patiënt uitsluitend voor zoute en bij een 3e patiënt uitsluitend voor zoete produkten smaakverlies optrad. Bij alle patiënten trad deze reactie op binnen 4-8 weken na de aanvang van de behandeling met terbinafine. Voor zover bekend herstelt de smaak zich volledig binnen 3-6 weken na staken van de behandeling.
In december 1991 werd terbinafine (Lamisil) in Nederland geregistreerd voor de orale behandeling van dermato- en onychomycosen.1 Terbinafine is een antimycoticum behorend tot de groep der allylaminen, dat in schimmels het enzym squaleen-epoxidase blokkeert. In een dubbelblind, met placebo gecontroleerd onderzoek bij 112 patiënten bleek een 12 weken durende behandeling met terbinafine tijdens controle na 36 weken bij 82 van de patiënten effectief te zijn geweest tegen onychomycosis.2 Tot de meest voorkomende bijwerkingen van terbinafine behoren gastro-intestinale klachten, welke overwegend gedurende de eerste 6 weken van de behandeling optreden.3 Onlangs werd in de internationale literatuur melding gemaakt van patiënten bij wie na gebruik van terbinafine smaakverlies optrad.4 Het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen ontving in korte tijd 7 meldingen van smaakverlies na gebruik van terbinafine. Soortgelijke gevallen werden ook in Duitsland gemeld.5 De ziektegeschiedenissen van de Nederlandse patiënten worden hier weergegeven.
Ziektegeschiedenissen
Patiënt A was een 48-jarige vrouw die wegens een onychomycosis, die resistent was tegen lokale behandeling, behandeld werd met 250 mg terbinafine per dag. Gelijktijdig werd begonnen met beclometason (Beconase) wegens allergische rinitis, een middel dat zij eerder gebruikt had zonder bijwerkingen te ondervinden. Ongeveer 6 weken na aanvang van deze therapie trad bij de patiënte verlies van smaak op, zowel voor zoete als voor zoute, zure en bittere substanties. Zij ervoer het alsof alles ‘beschimmeld smaakte’. De reuk was ongestoord. Zij was op dat moment verder gezond en gebruikte geen andere medicijnen. Er was geen voorgeschiedenis van schedeltrauma of neurologische afwijkingen. Bij lichamelijk onderzoek bleek zij een verkleurde tong te hebben; aanvankelijk was de tong groen, later veranderde de kleur van blauw naar geel. De behandeling met terbinafine werd gestaakt. Eerst keerde de smaak voor zoete produkten terug, vervolgens trad een volledig herstel van de smaak op, binnen enkele weken na staken van de toediening van terbinafine.
Patiënt B was een 33-jarige vrouw die wegens een onychomycosis behandeld werd met terbinafine, 250 mg per dag. Patiënte kreeg 4 weken na het begin van deze behandeling het gevoel alsof alles bitter smaakte. Dit duurde 2 dagen, daarna had de patiënte helemaal geen smaak meer. De reuk was niet gestoord, en verder voelde zij zich gezond. Bij lichamelijk onderzoek werden geen afwijkingen gevonden. Laboratoriumonderzoek van het bloed liet ook geen afwijkingen zien. De behandeling met terbinafine werd gestopt, en ongeveer 4 weken na het verlies van de smaak keerde het smaakvermogen geleidelijk terug.
Patiënt C was een 45-jarige vrouw die wegens een onycho- en dermatomycosis behandeld werd met 250 mg terbinafine per dag. Na 5,5 weken behandeling met terbinafine trad verlies op van de smaakkwaliteiten zoet, zuur, zout en bitter. Zij gebruikte geen andere geneesmiddelen en was verder gezond. Er werden door de patiënte geen stoornissen van het reukvermogen aangegeven, maar hier werd niet specifiek naar gevraagd. Een maand na het staken van de behandeling had het smaakvermogen zich volledig hersteld.
Patiënt D was een 54-jarige vrouw bij wie 36 dagen na het begin van een behandeling met 250 mg terbinafine per dag wegens onychomycosis, smaakverlies optrad. Zij proefde nog slechts zoete etenswaren, uitsluitend met de punt van haar tong. Zij gebruikte geen andere geneesmiddelen. De reuk was ongestoord. De klachten waren 4 weken na staken van de behandeling nog niet verdwenen. De smaak had zich slechts gedeeltelijk hersteld en koffie, kaas en chocolade smaakten zeer vies, terwijl zoete produkten een zoute nasmaak hadden.
Patiënt E was een 70-jarige vrouw, bij wie zich ruim 5 weken na aanvang van de behandeling met 250 mg terbinafine per dag wegens onychomycosis, volledig smaakverlies ontwikkelde. Zij gebruikte geen andere geneesmiddelen. Zij verkoos om de behandeling af te maken. Hierna herstelde het smaakvermogen binnen een maand. Zij gaf geen stoornis van het reukvermogen aan, maar hier werd niet specifiek naar gevraagd.
Patiënt F was een 51-jarige man met een folliculitis van het gelaat. Hij was overigens gezond. Een biopsie toonde een niet nader geïdentificeerde schimmel, die zonder succes gedurende bijna 3 maanden met 200 mg itraconazol (Trisporal) per dag behandeld werd. Direct hierna werd de patiënt met 250 mg terbinafine per dag behandeld. Na 35 dagen echter bemerkte hij dat hij geen zoute produkten meer proefde. Voorts had hij voortdurend een zuur-bittere smaak in de mond. Het reukvermogen was ongestoord. De patiënt besloot zelf om de behandeling af te maken. Zes weken na het staken van de terbinafinebehandeling was de smaak gedeeltelijk hersteld.
Patiënt G was een 60-jarige vrouw die wegens onycho- en dermatomycosis van de voeten zonder succes itraconazol gebruikt had. Enkele maanden later werd zij daarom behandeld met 250 mg terbinafine per dag. Haar viel 8 weken na het begin van de behandeling op dat zij steeds meer suiker moest gebruiken om nog iets van zoetigheid te proeven. Bovendien had zij voortdurend een vieze smaak in de mond. Het reukvermogen was ongestoord. Zij gebruikte behalve vitamine B-complex geen andere geneesmiddelen en was verder gezond. De smaakstoornis verdween ruim een maand na het staken van de behandeling met terbinafine.
Beschouwing
Een causaal verband tussen de klachten van smaakverlies en smaakveranderingen enerzijds en het gebruik van terbinafine anderzijds is zeer waarschijnlijk. Er was een consistente tijdsrelatie van 4-8 weken tussen het eerste gebruik van terbinafine en het optreden van de smaakreactie. Voorts waren de patiënten gezonde personen zonder neurologische stoornissen, met een ongestoord reukvermogen. Geen van hen had een dergelijke klacht eerder gehad. Bij geen van hen kon een gingivitis of een gebitsprobleem als oorzaak voor de verschijnselen worden aangemerkt. De fabrikant van terbinafine heeft inmiddels uit verschillende landen een veertigtal soortgelijke meldingen ontvangen (Sandoz BV, schriftelijke mededeling, 1992), hetgeen weliswaar bevestigt dat het een bijwerking van terbinafine betreft, maar geen inzicht geeft in de incidentie van het effect. In alle gevallen trad binnen 4 weken na staken van de toediening van terbinafine herstel op. Alhoewel de smaak bij de patiënten D en F op het moment dat dit artikel geschreven werd nog niet hersteld was, mag vooralsnog worden aangenomen dat het effect reversibel is.
Bij het zoeken naar een oorzaak van verlies van smaak kunnen 4 hoofdvragen worden onderscheiden:6
– Is er lokale atrofie door een fysische of chemische oorzaak?
– Is er beschadiging in het traject van de neurologische innervatie, of zijn er andere neurologische stoornissen? Hierbij moet bedacht worden dat de smaakvezels voor het voorste twee derde deel van de tong verlopen via de chorda tympani (deels met de N. facialis), terwijl het achterste derde deel van de tong wordt verzorgd door de N.glossopharyngeus.
– Zijn er factoren waardoor het normale proces van celvernieuwing in de mond-keelholte verstoord wordt? Hierbij moet gedacht worden aan metabolische stoornissen, ondervoeding, cytostatica en bestraling.
– Zijn er chronische veranderingen van de lokale omgeving waardoor smaakreceptoren kunnen veranderen? Een voorbeeld hierbij is het veranderen van de speekselvloed door anticholinergica, waardoor de smaak veranderd of verminderd kan worden.
Bij verlies van reuk is de smaak meestal ook gestoord. De 3 meest voorkomende oorzaken van verlies van reuk zijn virale infecties, ouderdom en traumata van het hoofd. De meest voorkomende oorzaken van verlies van smaak zijn medicijngebruik en gebitsproblemen. Ook is smaakverlies relatief frequent bij patiënten met een maligniteit.6 Bij bepaalde neurologische aandoeningen kan eveneens verlies van smaak optreden. Bekendste voorbeeld hiervan is de paralyse van Bell, waarbij bij meer dan 50 van de patiënten een smaakstoornis van het voorste twee derde deel van de tong aan dezelfde kant kan worden vastgesteld.
Er zijn verschillende mechanismen denkbaar waardoor terbinafine verlies van smaak zou kunnen veroorzaken. Dat patiënt A bij lichamelijk onderzoek een verkleurde tong bleek te hebben, doet vermoeden dat een lokale verstoring van de microbiële flora of beschadiging van de mucosa en de smaaksensoren een rol speelt. Bij irritatie van de mucosa past wellicht ook het in de klinische trials gerapporteerde optreden van gastrointestinale klachten bij 5,8 van de gebruikers.3 Wel moet worden benadrukt dat bij onze andere patiënten geen sprake was van tongverkleuring. Mogelijkerwijze veroorzaakt terbinafine lokale atrofie in de mondholte, direct of indirect door verandering van de microflora, of beïnvloedt het de celvernieuwing in de smaakpapillen in de mondholte. Vooralsnog echter blijft het precieze mechanisme onduidelijk.
Van verschillende geneesmiddelen is beschreven dat ze smaakstoornissen kunnen veroorzaken, variërend van smaakverlies tot verandering van de smaak.6 Ook verstoring van de smaak door het orale antimycoticum griseofulvine is beschreven.7 Het is voor de behandelend arts belangrijk om te weten dat indien een patiënt die wordt behandeld met terbinafine klaagt over verlies van smaak, dit op een bijwerking van dit antimycoticum kan berusten.
Naschrift
Inmiddels ontving het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen nog 4 meldingen betreffende smaakverlies dat waarschijnlijk was toe te schrijven aan gebruik van terbinafine.
Literatuur
Balfour JA, Faulds D. Terbinafine: a review of itspharmacodynamic and pharmacokinetic properties and therapeutic potential insuperficial mycoses. Drugs 1992; 43: 259-84.
Goodfield MJD, Andrew L, Evans EGV. Short term treatmentof dermatophyte onychomycosis with terbinafine. Br Med J 1992; 304:1151-6.
Villars VV, Jones TC. Special features of the clinical useof oral terbinafine in the treatment of fungal diseases. Br J Dermatol 1992;39: 61-9.
Juhlin L. Loss of taste and terbinafine. Lancet 1992; 339:1483.
Anonymus. Terbinafin: Beeintrachtigung desGeschmackssinns? Bundesgesundheitsblatt 1992; 8: 420.
Schiffman SS. Taste and smell in disease. N Engl J Med1983; 308: 1275-9.
Fogan L. Griseofulvin and dysgeusia: implications? AnnIntern Med 1971; 74: 795-6.
(Geen onderwerp)
Uden, februari 1993,
Onlangs is in diverse tijdschriften melding gemaakt van het optreden van smaakverlies tijdens gebruik van terbinafine (Lamisil)-tabletten,1234en ook in dit tijdschrift (1992;2438-40). Ik wil ingaan op enkele aspecten van deze bijwerking.
Terbinafine is een nieuw antimycoticum, uit de klasse der allylaminen, in Nederland geregistreerd voor de behandeling van huid- en nagelinfecties, veroorzaakt door dermatofyten. Het middel onderscheidt zich van de andere antimycotica voor bijvoorbeeld de behandeling van onychomycose door een relatief korte behandelingsduur en hoog genezingspercentage. De meest voorkomende bijwerkingen van terbinafine zijn maag- en darmklachten (bij circa 5%) en huidafwijkingen zoals erytheem en urticaria (bij circa 2,5%).5 De ons bekende gegevens suggereren voor smaakstoornissen een frequentie van 0,04% (bij een expositie van ongeveer 200.000 patiënten), hoewel niet alle gevallen zullen zijn gemeld. De stoornissen bestaan uit verandering of verlies van smaak, waarbij het reukvermogen meestal niet aangetast wordt. De stoornissen ontstaan 0-10 weken na het begin van de behandeling.
Van meerdere geneesmiddelen is bekend dat ze tot smaakstoornissen kunnen leiden.6 Het pathologisch mechanisme is in het algemeen onduidelijk. Na staken van het gebruik van het geneesmiddel blijken de smaakstoornissen spontaan reversibel.7 Dit is ook bij terbinafine steeds het geval geweest, gemiddeld na 4 (1-12,5) week.
Hoewel reversibiliteit zelfs tijdens voortgezet gebruik is waargenomen, verdient het aanbeveling om wanneer zich smaakverlies voordoet, de behandeling te stoppen.
In de beschreven gevallen wordt een causaal verband met gebruik van terbinafine gesuggereerd door de incidentie, de relatie in de tijd en de ervaring dat smaakstoornissen door geneesmiddelen kunnen worden geïnduceerd.
Wij verwachten op korte termijn goedkeuring voor de aangepaste produktinformatie en bijsluiter.
Stricker BHCh, Jong PAC de, Bijlmer-Iest JC, Herrmann WA, Ulsen J van. Smaakverlies tijdens gebruik van terbinafine. Pharm Weekbl 1992; 127: 1324-5.
Anonymus. Smaakverlies door terbinafine (Lamisil) (Editorial). Geneesmiddelenbulletin 1992; 12: 55-6.
Ottervanger JP, Stricker BHCh. Loss of taste and terbinafine. Lancet 1992; 340: 728.
Juhlin L. Loss of taste and terbinafine. Lancet 1992; 339: 1483.
Balfour JA, Faulds D. Terbinafine. A review of its pharmacodynamic and pharmacokinetic properties, and therapeutic potential in superficial mycoses. Drugs 1992; 43: 259-84.
Schiffman SS. Taste and smell in disease. N Engl J Med 1983; 308: 1275-9.
Ammon HPT. Arzneimittelneben- und Wechselwirkungen. Ein Handbuch und Tabellenwerk für Ärzte und Apotheker. Stuttgart: Wissenschaftliche Verlag, 1991: 53, 662.
(Geen onderwerp)
Rijswijk, januari 1993,
Gaarne dank ik collega Dekker voor zijn reactie. Terecht laat hij in zijn antwoord doorklinken dat de genoemde ‘incidentie van 0,04%’ waarschijnlijk een onderschatting vormt. De onderrapportage van vermoedelijke bijwerkingen – vooral van de minder ernstige – is omvangrijk. Zelfs van ernstige bijwerkingen, zoals anafylaxie, wordt slechts 4-7% van de gevallen gemeld.12 Daarbij wordt gemakshalve nog voorbijgegaan aan het feit dat lang niet alle bijwerkingen als zodanig herkend worden.
Stricker BHCh, Groot RRM de, Wilson JHP. Anaphylaxis to glafenine. Eur J Clin Pharmacol 1991; 40: 367-71 .
Klauw MM van der, Stricker BHCh, Herings RMC, Cost WS, Valkenburg HA, Wilson JHP. A population based case-cohort study of drug-induced anaphylaxis. Br J Clin Pharmacol (ter perse).
(Geen onderwerp)
Nijmegen, februari 1993,
In reactie en als aanvulling op het artikel van Stricker et al. is het wellicht interessant navolgende ziektegeschiedenis te melden.
Een 59-jarige patiënte werd door haar huisarts behandeld met terbinafine (Lamisil) wegens onychomycose. Na 6 weken ontwikkelde zich abrupt een zoute-smaaksensatie, die door patiënte zelf werd toegeschreven aan het gebruik van het betreffende geneesmiddel, dat zij eigener beweging meteen staakte. Inmiddels ruim 10 weken nadien is de smaak nog steeds niet hersteld; zij heeft constant een zoute-smaakgewaarwording, terwijl bitter, zoet en zuur normaal worden geproefd. Patiënte is (regelmatig) verkouden, zij rookt niet en drinkt nauwelijks. Eén week voor het optreden van de zoute smaak kreeg zij echter een doxycycline-kuur (Vibra-S), die gelijktijdig met het terbinafinegebruik werd beëindigd. Bij onderzoek werden aan de mondholteslijmvliezen en de tong geen afwijkingen vastgesteld. De vochtigheidsgraad en de speekselproduktie werden evenmin afwijkend bevonden. De gebitshygiëne was voor verbetering vatbaar.
Smaakstoornissen worden niet vermeld bij de opsomming van bijwerkingen van doxycycline.1 Interacties van doxycycline met terbinafine zijn voor zover bekend, niet beschreven. Geïsoleerde smaakstoornissen, dat wil zeggen zonder reukstoornissen, komen bijna niet voor na infecties of traumata van het hoofd.2 In de differentieel-diagnostische reeks staan bijwerkingen van antimycotica, tandsteen en parodontopathieën, potentiaalverschillen tussen gebitsrestauratiematerialen, en neurologische stoornissen bovenaan.
Het verdient aanbeveling de waarschijnlijke bijwerking in de bijsluiter op te nemen.
Raaf KFI de, Mauritz BJ, eds. Repertorium 1992. Utrecht: Nefarma, 1992: 435.
Damme PhA van, Freihofer HPM. Disturbances of smell and taste after high central midface fractures. J Cranio-Max-Fac Surg 1992; 20: 248-50.
(Geen onderwerp)
Rijswijk, februari 1993,
Wij danken collega Van Damme voor zijn reactie en de interessante casus die hij beschrijft. Smaakstoornissen door terbinafine werden inmiddels opgenomen in de rubriek ‘bijwerkingen’ van het aanhangsel IB.