Een pleidooi voor een breder spectrum aan interventies

Slaapproblemen bij jonge kinderen

Opinie
Maartje P.C.M. Luijk
Roseriet Beijers
Lenny van Rosmalen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D4449
Abstract

Wat kun je ouders adviseren wanneer hun baby slaapproblemen heeft? De richtlijn ‘Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen’ van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid geeft aan welke interventies kunnen worden ingezet wanneer ouders de slaap van hun kind als een probleem ervaren. Maar volstaan die wel? En zijn er alternatieven?

Veel ouders worstelen met de slaapproblemen van hun jonge kind. 1 op de 10 ouders in Nederland ervaart de slaap van hun baby als een probleem.1 Internationaal onderzoek laat zien dat zelfs 25-40% van de ouders deze mening zijn toebedeeld.2 Gezonde slaap is van groot belang voor kinderen en ouders. Slaapproblemen bij jonge kinderen zijn gerelateerd aan risico’s op fysieke, cognitieve en emotionele problemen op latere leeftijd.3 De slaapproblemen van het kind kunnen leiden tot verminderd mentaal en fysiek welzijn, relatieproblemen en slaapproblemen bij de ouders.4 Ouders zoeken dan ook vaak hulp in hun eigen netwerk, online, in opvoedboeken, bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, bij de huisarts of de kinderarts.

In de richtlijn ‘Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen’ van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) wordt aangegeven welke interventies kunnen worden ingezet wanneer ouders de slaap van hun kind als een probleem…

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, Dept. of Psychology, Education and Child Studies, Rotterdam: dr. M.P.C.M. Luijk, gezinspedagoog. Radboud Universiteit, Behavioural Science Institute, Nijmegen: dr. R. Beijers, ontwikkelingspsycholoog (tevens: Radboudumc, afd. Cognitive Neuroscience, Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour, Nijmegen). Universiteit Leiden, afd. Education and Child studies, Leiden: dr. L. van Rosmalen, historisch pedagoog.

*De leden van de werkgroep Slaapproblemen bij jonge kinderen worden aan het einde van dit artikel vermeld.

Contact M.P.C.M. Luijk (luijk@essb.eur.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

De werkgroep Slaapproblemen bij jonge kinderen bestaat uit: Gerinda van Haaften, Mariëlle van der Meulen, Louise Spanjerberg, Yael Meijer, Sylvia Nossent en Marilène de Zeeuw. Leonor dos Santos Cardoso en Atika Bellaghmouch verrichtten een literatuurstudie die de basis vormde voor dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Maartje P.C.M. Luijk ICMJE-formulier
Roseriet Beijers ICMJE-formulier
Lenny van Rosmalen ICMJE-formulier
Slaaptherapie bij jonge kinderen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het niet hebben van PubMed data in digitale vorm, over hoe het er zestig jaar geleden voorstond met het slapen van kleine kinderen, ontslaat medische wetenschappers niet van het gebruik van gezond biologisch verstand om eens terug te kijken in oudere kindergeneeskunde leerboeken, opvoedingsleerboeken, fysiologieleerboeken (Duits) of gewoon eens bij opa's en oma's te gaan vragen, hoe men ervoor zorgde, dat kinderen bij hen "als roosjes" gingen slapen. Men wist heel goed welke omstandigheden als koorts, honger, psychologische onrust en welke aandoeningen het slapen bemoeilijkten.  

Het is het groeiende zenuwstelsel wat de grote behoefte aan slaap bepaalt.

Het grote verschil tussen vroeger en nu, zit als altijd in de externe factoren, waarmee een organisme met zijn individueel genotype wordt omgeven. Het is de leefstijl, de verdergaande  "Zivilization", waar TV,s, chillbanken, MaxiCosy's en al die al vroeg in de handjes gestopte schermpjes een even grote impact hebben op ons fenotype als ooit de overstap naar landbouw, het in huizen gaan wonen, stromend water, riolen, de CV, de radio of de massale in gebruikname van auto's in gezinnen dit hadden. Net als bij coronavirus was de verspreiding van de laatst gekomen, en slaap het meest aantastende, elementen, het vervangen van fysiek spelen en zeker buitenspelen door het zittend "nuttigen"van beeldschermuren, de baksteen, die de emmer heel snel deed overlopen. In een naar voren gehaalde sedentaire leefstijl kan een groeiend organisme niet gedijen. De enorme behoefte van een dierlijk CZS om het bewegen kwantitatief en kwalitatief zo goed mogelijk te maken, horen we ook bij het mensenkind niet af te remmen, niet te verstoren of af te leiden. Maar nog veel belangrijker uit die oude doos: grenzen bewaken, als ouder zelfdiscipline vertonen, de zachte , maar dwingende hand of stem gebruiken om een groeiend organisme naar optimale gezondheid te leiden. Kijk in het dierenrijk.

Zorg dat deze beweegbehoefte gefaciliteerd en niet afgeremd word, zodat de spieren flink gebruikt en moe worden. Dan geeft het lichaam vanzelf aan, dat het lekker wil gaan slapen. Rem het vrije bewegen niet af, haal ze uit die zithouding ( foetale houding) en bied, eerst op de buik, voldoende (= veel) fysieke prikkels aan. Blijf alert in bewaken grenzen bij alle grote vorderingen in fysiek functioneren. Leer ze het gevaar kennen zonder boosheid. Wees er altijd liefdevol en vrolijk bij en geniet van het gezonde leven, dat zich ontwikkelt (vrij naar de arts Maria Montessori). Slaap jezelf ook beter! Net als bij de corona-pandemie: het is het terugvallen op hygienekennis, wat uitkomst biedt.

Piet van Loon, orthopeed/houdingsdeskundige, Houding Netwerk Nederland