‘Shared decision-making’: als de dokter patiënt wordt

Opinie
Jos G. Maessen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D881
Abstract

‘Shared decision-making’ (SDM) is een herijking van de arts-patiëntrelatie die door veel artsen laagdrempelig is omarmd. Maar hoe kijkt de arts tegen SDM aan als hij zelf patiënt wordt? Een kort verslag van een persoonlijke ervaring.

Persoonlijke ervaring

Na een lange dag op OK blijk ik aan het eind van de middag mijn blaas niet meer te kunnen ledigen. Met de nodige blaasontstekingen in de voorgeschiedenis hoef je geen uroloog te zijn om te weten wat dat betekent. Ik verlaat mijn eigen centrum en rij naar het ziekenhuis in de buurt van waar ik woon. De uroloog daar staat al klaar en kan me ervan overtuigen dat ik me beter door hem kan laten katheteriseren dan dat ik dat zelf ga doen.

Dan loopt het anders dan verwacht. Het katheteriseren lukt niet en ik begin te bloeden. Een suprapubische blaaskatheter moet uitkomst bieden, maar ik heb inmiddels zulke koude rillingen…

Auteursinformatie

Maastricht UMC+, afd. Cardiothoracale Chirurgie, Maastricht.

Contact Prof.dr. J.G. Maessen, cardiothoracaal chirurg (j.g.maessen@mumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Jos G. Maessen ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Chris
Rietmeijer

Het is jammer dat het debat over de waarde van Shared Decision Making ofwel Gedeelde Besluitvorming wordt vertroebeld door twee hardnekkige misverstanden:

Misverstand 1: Bij gedeelde besluitvorming móet de patiënt meebeslissen. Dat is niet waar. Als een patiënt de keuze van het beleid aan de dokter wil overlaten is daar alle ruimte voor. Dan is dat het gedeelde besluit. Het getuigt in de niet spoedeisende situatie wel van goede zorg als de dokter doorvraagt naar wat maakt dat de patiënt zelf niet wil meedenken. Er kan iets in de weg zitten dat eerst besproken moet worden zoals angst of een andere emotie. Dat kost tijd en aandacht en vraagt wat deskundigheid in gespreksvoering.

Misverstand 2:  Gedeelde besluitvorming betekent dat de arts ingewikkelde keuzes aan een patiënt voorlegt en dat de patiënt beslist. Dat is niet waar. Gedeelde besluitvorming betekent op de eerste plaats dat de arts vertelt dat er iets te kiezen valt en dat dat belangrijk voor de patiënt kan zijn. Dat dat ook moeilijk kan zijn en dat de arts de patiënt daarbij wil helpen. Op de tweede plaats betekent het dat de arts de opties zo goed en begrijpelijk mogelijk beschrijft, eventueel met behulp van ondersteunend materiaal zoals keuzehulpen. En tot slot betekent het dat de arts de patiënt helpt om te bedenken welke optie het best aansluit bij wat de patiënt belangrijk vindt. Het gaat dus om een ingewikkeld en soms tijdrovend gesprek/proces dat veel medische kennis vraagt, met name ook van de opties die niet de eerste voorkeur van de arts hebben, naast welhaast coachende gespreksvaardigheden.

Ik pleit ervoor dat we het debat voeren over waar het echt om gaat. Patiënten varen wel bij deskundige  gedeelde besluitvorming; daar is de literatuur duidelijk over (1). Dat geldt uiteraard niet voor een gesprek waarin de zieke en angstige patiënt wordt overladen met onbegrijpelijke informatie en zelf moet beslissen. Ik denk dat de sceptici het daarover hebben en dat komt helaas veel voor, maar dat is geen gedeelde besluitvorming. Als we stoppen met ageren tegen deze slechte karikatuur  kunnen we eindelijk praten over interessantere zaken: hoe zorgen we dat dokters medisch inhoudelijk en qua gespreksvaardigheden voldoende raken toegerust voor gedeelde besluitvorming? Kunnen alle dokters dat wel leren? Willen alle dokters dat wel leren? Rekenen ze -deskundige- gedeelde besluitvorming tot hun takenpakket? Maken ze daar tijd en aandacht voor? Of vragen we  te veel van dokters en moeten we voor het begeleiden van  ingewikkelde beslissingen gebruik gaan maken van een nieuw soort professionals?

literatuur: Elwyn, G., Frosch, D., Thomson, R. et al. J GEN INTERN MED (2012) 27: 1361. doi:10.1007/s11606-012-2077-6