Schotverwondingen, vuurwapens en wondballistiek

- In the Netherlands the majority of gunshot wounds are caused by hand guns with a low firing velocity, such as pistols and revolvers, in which the severity of the injuries caused is primarily determined by whether or not vital structures are hit.

- With these sorts of wounds the removal of debris as equally the bullet is not usually necessary.

- For firearms with a high firing velocity the wounds are more severe due to the greater quantity of kinetic energy transferred to the tissues. As a result of this, cavitations and damage due to secondary projectiles can occur. The extensive removal of debris can be necessary in such cases.

- The severity of the wounds caused by a shotgun depends mainly on the distance from the shooter. For shotgun wounds incurred at a short distance it is necessary to ascertain whether the plastic pellet has ended up in the wound.

Samenvatting

- In Nederland wordt het merendeel van schotverwondingen veroorzaakt door handvuurwapens met lage afvuursnelheid (‘low velocity’), zoals pistolen en revolvers, waarbij de ernst van beschadigingen die ontstaan, voornamelijk bepaald wordt door het al dan niet raken van vitale structuren.

- Bij dat soort verwondingen is meestal geen débridement nodig en hoeft de kogel evenmin te worden verwijderd.

- Bij vuurwapens met hoge afvuursnelheid zijn de verwondingen ernstiger door de grotere hoeveelheid aan de weefsels overgedragen kinetische energie. Daarbij kunnen cavitaties en beschadigingen door secundaire projectielen ontstaan. Uitgebreid débridement kan dan nodig zijn.

- De ernst van de verwonding door een hagelgeweer wordt voornamelijk bepaald door de afstand tot de schutter. Bij een hagelschotverwonding op korte afstand moet men nagaan of de plastic prop in de wond is terechtgekomen.