Scafoïdfracturen: diagnostiek en therapie

Klinische praktijk
F.J.P. Beeres
S.J. Rhemrev
M. Hogervorst
P. den Hollander
G.N. Jukema
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:742-7
Abstract

Samenvatting

- Een adequate behandeling van scafoïdfracturen vereist een snelle en betrouwbare diagnostiek. Essentieel zijn een goede anamnese van het trauma en klinisch onderzoek.

- Met standaard scafoïdröntgenfoto’s wordt meer dan 20 van alle scafoïdfracturen gemist. Daarom is bij klinische aanwijzingen voor een scafoïdfractuur die niet bevestigd kan worden middels röntgenfoto’s, nader diagnostisch onderzoek aangewezen.

- Het is niet duidelijk welk aanvullend diagnosticum (botscintigrafie, MRI of CT) de voorkeur heeft.

- Voor stabiele fracturen is onderarmgips zonder immobilisatie van de duim adequaat.

- Instabiele fracturen en proximale poolfracturen komen in aanmerking voor een open of percutane behandeling.

- Behalve het type fractuur moeten ook patiëntspecifieke eisen meewegen in de besluitvorming over de geschiktste behandeling.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:742-7

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Heelkunde, Leiden.

Hr.F.J.P.Beeres, student geneeskunde.

Medisch Centrum Haaglanden, Postbus 432, 5201 CK Den Haag.

Afd. Heelkunde: hr.S.J.Rhemrev, chirurg-traumatoloog.

Afd. Orthopedie: hr.P.den Hollander, assistent-geneeskundige.

Gelre Ziekenhuizen, afd. Heelkunde, Apeldoorn.

Hr.M.Hogervorst, chirurg-traumatoloog.

VU Medisch Centrum, afd. Heelkunde, Amsterdam.

Hr.prof.dr.G.N.Jukema, chirurg-traumatoloog.

Contact hr.S.J.Rhemrev (s.rhemrev@mchaaglanden.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties