Samenvatting van de standaard 'Het soa-consult' van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Klinische praktijk
J. van Lieshout
M.T. Mastboom
J.E.A.M. van Bergen
L. Pijnenborg
A.N. Goudswaard
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1778-84
Abstract

Samenvatting

– De standaard ‘Het soa-consult’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap geeft richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van Chlamydia-infectie, gonorroe, syfilis, trichomoniasis, herpes genitalis, condylomata acuminata, hepatitis B, HIV-infectie en pediculosis pubis.

– Diagnostiek naar Chlamydia-infectie is bij (vermoeden van) een soa altijd aangewezen; of diagnostiek naar gonorroe, syfilis, hepatitis B of een HIV-infectie nodig is hangt af van het gelopen risico.

– Voor Chlamydia-diagnostiek bij een vrouw met klachten wordt geadviseerd materiaal af te nemen van de cervix en de urethra. Bij een vrouw zonder klachten kan een Chlamydia-infectie worden uitgesloten door diagnostiek van urine. Bij een man kan voor diagnostiek een urethra-uitstrijk of eerstestraalurine gebruikt worden.

– Eerstekeusbehandeling van gonorroe is eenmalig cefotaxim 1 g intramusculair.

– In de standaard wordt ook aandacht besteed aan aspecten die de afzonderlijke soa’s overstijgen, zoals counseling en partnerwaarschuwing.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1778-84

Auteursinformatie

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Postbus 3231, 3502 GE Utrecht.

Hr.J.van Lieshout, mw.M.T.Mastboom, hr.J.E.A.M.van Bergen, mw.dr.L.Pijnenborg en hr.dr.A.N.Goudswaard, huisartsen.

Contact hr.J.van Lieshout

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, augustus 2005,

In de samenvatting van de standaard ‘Het soa-consult’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) door collega’s Van Lieshout et al. (2005:1778-84) wordt controle na een behandeling voor een Chlamydia-infectie niet nodig geacht, behalve bij zwangeren en in geval van persisterende klachten. De patiënt wil graag snel weten of hij of zij genezen is en kan om een test vragen. Het is belangrijk de patiënt erop te wijzen dat de PCR-test voor Chlamydia vlak na de behandeling obligaat positief is gedurende enige tijd. In de praktijk gaat men ervan uit dat de test na 3 weken weer negatief is. Om ongerustheid te voorkomen, is het van belang de patiënt hierop te wijzen bij de aanvang van de behandeling. Dit speelt met name indien behandeling en controle door verschillende artsen worden uitgevoerd.

A. Knol
J.
van Lieshout

Utrecht, september 2005,

Collega Knol adviseert om een patiënt die een behandeling voor een Chlamydia-infectie krijgt erop te wijzen dat een eventuele controletest de eerste 3 weken nog positief is. Zoals in de NHG-standaard ‘Het soa-consult’ staat (noot 28), komt dit doordat dan met PCR-diagnostiek het DNA-materiaal van dode Chlamydia-bacteriën aangetoond wordt.

Anders dan Knol zijn wij van mening dat bij de behandeling niet uitgelegd hoeft te worden dat een controletest pas na 3 weken mogelijk is. De patiënt moet worden uitgelegd dat de behandeling effectief is en dat er daarom geen controle nodig is. Uitzonderingen zijn, zoals Knol aangeeft, mensen met persisterende klachten en zwangeren. Zwangeren worden behandeld met amoxicilline in plaats van azitromycine. Omdat deze behandeling mogelijk minder effectief is, is controle na de behandeling nodig.

J. van Lieshout
J.G.
den Hollander

Rotterdam, september 2005,

In de opsomming van alle seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) door collega’s Van Lieshout et al. (2005:1778-84) missen wij een recent belangrijker wordende soa. Hepatitis C (HCV) lijkt namelijk bij risicovol, vooral homoseksueel gedrag wel overgedragen te kunnen worden. In zowel Londen, Parijs als in Rotterdam zijn cohorten patiënten beschreven bij wie de overdracht van HCV seksueel plaatsvond.1-3 In de Rotterdamse populatie leek er een verband te zijn met het gelijktijdig bestaan van anale Lymphogranuloma venereum3 en met risicovol seksueel gedrag (‘fisting’).4 Wij willen er niet voor pleiten om bij elk soa-consult op HCV te testen, maar bij bepaalde categorieën patiënten moet er wel degelijk aan gedacht worden en er ook op worden getest, zeker nu de behandeling van chronische HCV5 duidelijk is verbeterd en die van acute HCV6 (binnen 1 jaar na infectie) zelfs uitstekend is.

Een tweede aspect dat wij missen in de adviezen is de vermelding dat de GGD een gratis vaccinatieprogramma heeft voor hepatitis B. Dit geldt voor mensen met een bekend risicogedrag, zoals drugsverslaafden, mannen die seks hebben met mannen, prostituees en mensen met wisselende seksuele contacten. Op deze manier kunnen wij een belangrijke soa voorkomen, met de comorbiditeit die deze op de lange termijn met zich mee kan brengen. Vermelding van deze mogelijkheid lijkt ons van belang voor de volksgezondheid.

J.G. den Hollander
H.M. Götz
Literatuur
  1. Browne R, Asboe D, Gilleece Y, Atkins M, Mandalia S, Gazzard B, et al. Increased numbers of acute hepatitis C infections in HIV positive homosexual men; is sexual transmission feeding the increase? Sex Transm Infect. 2004;80:326-7.

  2. Ghosn J, Pierre-Francois S, Thibault V, Duvivier C, Tubiana R, Simon A, et al. Acute hepatitis C in HIV-infected men who have sex with men. HIV Med. 2004;5:303-6.

  3. Götz HM, Doornum G van, Niesters HG, Hollander JG den, Thio HB, Zwart O de. A cluster of acute hepatitis C virus infection among men who have sex with men – results from contact tracing and public health implications. AIDS. 2005;19:969-74.

  4. Ruys ThA, Hollander JG den, Beld MGHM, Ende ME van der, Meer JTM van der. Seksuele overdracht van hepatitis C bij homoseksuele mannen. [LITREF JAARGANG="2004" PAGINA="2309-12"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2309-12.[/LITREF]

  5. Fried MW, Shiffman ML, Reddy KR, Smith C, Marinos G, Goncales jr FL, et al. Peginterferon alfa-2a plus ribavirin for chronic hepatitis C virus infection. N Engl J Med. 2002;347:975-82.

  6. Nomura H, Sou S, Tanimoto H, Nagahama T, Kimura Y, Hayashi J, et al. Short-term interferon-alfa therapy for acute hepatitis C: a randomized controlled trial. Hepatology. 2004;39:1213-9.

J.
van Lieshout

Utrecht, oktober 2005,

Wij hebben in onze richtlijn een aantal soa’s, waaronder hepatitis C, buiten beschouwing gelaten, omdat deze seksueel contact niet als belangrijkste transmissieroute hebben of omdat ze zeldzaam zijn in de huisartsenpraktijk. Hepatitis C is besproken in de NHG-standaard ‘Virushepatitis en andere leveraandoeningen’ (http://nhg.artsennet.nl/upload/104/standaarden/M22/start.htm). Het vaccinatieprogramma voor hepatitis B wordt in het samenvattende artikel niet vermeld, maar staat wel beschreven in de NHG-standaard ‘Het soa-consult’ (http://nhg.artsennet.nl/upload/104/standaarden/M82/start.htm).

J. van Lieshout