Rijgeschiktheid bij neurologische aandoeningen

Klinische praktijk
L.J. Kappelle
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1948-52
Abstract

Samenvatting

- Rijbewijshouders met gezondheidsproblemen hebben een morele verplichting dit te melden bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Daarop kan het CBR nader onderzoek (laten) doen, technische aanpassingen in de auto eisen of de melder (tijdelijk) ongeschikt verklaren om een motorvoertuig te besturen.

- Na één epileptische aanval mag een rijbewijshouder gedurende zes maanden geen personenauto of motorfiets besturen en na meerdere aanvallen mag dit niet gedurende één jaar na de laatste aanval, tenzij wordt voldaan aan omschreven redenen om hier een uitzondering op te maken.

- Na een herseninfarct of -bloeding wordt de rijbewijshouder tenminste zes maanden ongeschikt geacht. Na deze termijn is de rijgeschiktheid afhankelijk van de aanwezigheid van functiestoornissen en de bevindingen van het CBR bij een rijtest.

- Ook patiënten met een intracraniële tumor worden beoordeeld op de aanwezigheid van functiestoornissen; zij kunnen een rijbewijs krijgen met een beperkte geldigheidsduur.

- De rijgeschiktheid blijft bestaan na een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) en na het toevallig ontdekken van een intracranieel aneurysma of een vaatmisvorming dat/die niet heeft gebloed en dat/die niet behandeld hoeft te worden.

- Patiënten met bewustzijnsstoornissen, progressieve neurologische aandoeningen of stationaire defecttoestanden dienen medisch gekeurd te worden en eventueel een rijtest via het CBR af te leggen.

- Bij alle neurologische aandoeningen zijn de regels strenger voor houders van een rijbewijs voor personenauto's en motorfietsen die beroepsmatig een motorvoertuig besturen, en voor bezitters van een rijbewijs voor vrachtwagens en bussen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Neurologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Contact Prof.dr.L.J.Kappelle, neuroloog (l.kappelle@neuro.azu.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Heerlen, oktober 2003,

In het artikel van collega Kappelle is mijns inziens een onduidelijkheid geslopen (2003:1948-52). Hij schrijft over de geldigheidsduur van het rijbewijs: ‘De geldigheid van een rijbewijs dat wordt verstrekt aan iemand die aanvalsvrij is en in het verleden één of meer epileptische aanvallen heeft gehad, is in eerste instantie één jaar, hierna drie jaar en vervolgens telkens vijf jaar’. Dit heeft betrekking op rijbewijzen voor groep 2.

De ‘Regeling eisen geschiktheid 2000’ vermeldt voor rijbewijzen van groep 1 op pagina 15 onder C. Geldigheidsduur van het rijbewijs: ‘De geldigheidsduur van het rijbewijs (geschiktheidstermijn) van hen die onder A of B zijn goedgekeurd, is de eerste keer een jaar. Indien de betrokkene aanvalsvrij is gebleven of indien in gevallen genoemd onder subparagrafen Ba, Bb, of Bc de aard van de aanvallen niet is veranderd, geldt een geschiktheidstermijn (geldigheidsduur rijbewijs) van drie jaar, daarna vijf jaar en daarna onbeperkt’ (www.CBR.nl/pdf/reg2000.pdf).

Kappelle heeft de regels met betrekking tot de geldigheidsduur van het rijbewijs voor groep 2 ten onrechte ook voor groep 1 laten gelden. Wat nu geschreven is, zal leiden tot nodeloze onrust onder mensen die ineens horen dat zij ‘levenslang’ om de vijf jaar gekeurd moeten worden voor hun rijbewijs voor groep 1 in verband met hun epileptische aanvallen in het verleden.

C.L. Franke