Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van tumoren van het distale deel van de oesophagus en van de cardia

Klinische praktijk
H.J. van der Reijden
G.N.J. Tytgat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:1354-8

Inleiding

De patiënt die naar de internistgastro-enteroloog verwezen wordt voor nadere diagnostiek van een carcinoom in het distale deel van de oesophagus of in het cardiagebied van de maag, zal door de verscheidenheid aan diagnostische en therapeutische mogelijkheden menig probleem oproepen. Vooral de beslissing welke patiënt voor operatie in aanmerking komt is moeilijk, aangezien de sterfte aan gecombineerde thoraco-abdominale chirurgische ingrepen over het algemeen hoog is en de resultaten op lange termijn slecht. Volgens recente opgaven bedraagt de peri-operatieve sterfte 6 tot 30,1-5 waarbij de verbeterde operatietechniek (o.a. de buismaag met de posterieure anastomose) en de huidige intensive care tot een lagere sterfte lijken bij te dragen. Dit moge mede blijken uit de waarneming dat de peri-operatieve sterfte bij 50 patiënten die in de periode 1979-1985 in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam werden geopereerd wegens een carcinoom van het distale deel van de oesophagus of de cardia, slechts…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Gastroenterologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

H.J.van der Reijden, assistent-geneeskundige; prof.dr.G.N.J.Tytgat, gastro-enteroloog.

Contact prof.dr.G.N.J.Tytgat

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties