Richtlijn 'Lyme-borreliose'

Klinische praktijk
P. Speelman
B.M. de Jongh
Th.F.W. Wolfs
J. Wittenberg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:659-63
Abstract

Samenvatting

- Lyme-borreliose is een door teken overgebrachte infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. In samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) is een richtlijn ‘Lyme-borreliose’ opgesteld.

- Lyme-borreliose wordt geclassificeerd als ‘vroeg’, ‘vroeg gedissemineerd’, ‘laat’ of als ‘postinfectieuze klachten en symptomen’.

- Erythema migrans is de vaakst voorkomende manifestatie van vroege Lyme-borreliose.

- Veelvoorkomende neurologische manifestaties van ‘vroege gedissemineerde Lyme-borreliose’ zijn meningoradiculitis, meningitis en perifere facialisparese, maar ook komen Lyme-carditis en -artritis voor.

- Late Lyme-borreliose kenmerkt zich door huidafwijkingen (acrodermatitis chronica atrophicans), chronische neuroborreliose of chronische artritis.

- Serologisch onderzoek op Borrelia is de meest gebruikte laboratoriumdiagnostiek, maar de immuunrespons is bij vroege Lyme-borreliose vaak afwezig. Bij serologisch onderzoek naar Borrelia dient men bovendien rekening te houden met fout-positieve reacties en met het feit dat antistoffen in het serum op zich geen bewijs vormen voor een actieve Borrelia-infectie.

- Doxycyline en ceftriaxon zijn de meest gebruikte antibiotica bij verschillende stadia van Lyme-borreliose.

- Lyme-borreliose kan worden voorkomen door risicogebieden te mijden, de huid zoveel mogelijk te bedekken en de huid, na mogelijke blootstelling, zo goed mogelijk te inspecteren en eventuele teken binnen 24 h te verwijderen. Laboratoriumdiagnostiek na een tekenbeet wordt niet aanbevolen, evenmin antibioticaprofylaxe.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Infectieziekten, Tropische Geneeskunde & Aids, Amsterdam.

Hr.prof.dr.P.Speelman, internist-infectioloog.

St. Antonius Ziekenhuis, afd. Medische Microbiologie en Immunologie, Nieuwegein.

Hr.dr.B.M.de Jongh, arts-microbioloog.

Universitair Medisch Centrum Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht.

Hr.dr.Th.F.W.Wolfs, kinderarts-infectioloog.

Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus 20.064, 3502 LB Utrecht.

Mw.J.Wittenberg, epidemioloog.

Contact mw.J.Wittenberg (j.wittenberg@cbo.nl)

Verantwoording

Namens de leden van de werkgroep, die aan het einde van dit artikel staan vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.W.B.
Klusman

Zwolle, oktober 2004,

Graag wil ik reageren op de eerder dit jaar verschenen CBO-richtlijn ‘Lyme-borreliose’ (2004:659-63).

Op basis van alle beschikbare wetenschappelijke informatie dienen de volgende conclusies te worden getrokken:

- Lyme-borreliose is een complexe systeemziekte die vele verschijningsvormen kent en die bij onvoldoende behandeling tot ernstige invaliditeit kan leiden.1

- Een genuanceerde diagnostiek gebaseerd op de klinische verschijnselen in combinatie met aanvullend onderzoek is bij deze ziekte nodig. Serologische tests hebben slechts een beperkte aanvullende waarde en kunnen niet doorslaggevend zijn bij het stellen of het uitsluiten van de diagnose.2

- Door het ontbreken van een makkelijk uitvoerbare en betrouwbare kweekmethode of andere betrouwbare tests is er geen ‘gouden standaard’ voor de definitie van genezing of voor het vaststellen van het effect van behandeling.

- De behandeling is daarom individueel maatwerk gebaseerd op het klinisch verloop en dient rekening te houden met de complexe microbiologie van Borrelia burgdorferi. Met name bij de latere stadia van de ziekte is een langere of herhaalde behandeling vaak aangewezen.

- Voor het bestaan van een zogenaamd ‘postinfectieus syndroom’ is geen goede wetenschappelijke onderbouwing. In diverse studies en publicaties is overtuigend aangetoond dat een behandeling van maximaal 30 dagen onvoldoende is om B. burgdorferi te elimineren.

De CBO-richtlijn ‘Lyme-borreliose’ biedt in het licht van het voorgaande helaas geen goede ondersteuning bij de diagnostiek en behandeling. Er wordt gestreefd naar zekerheid waar dit niet mogelijk is en veel te eenzijdig wordt de nadruk gelegd op het voorkómen van overdiagnostiek en onnodige behandeling. Het gevolg is onderdiagnostiek en onderbehandeling.

De recent verschenen ‘Evidence-based guidelines for the management of Lyme disease’ van The International Lyme and Associated Diseases Society biedt een grondig onderbouwd alternatief dat meer recht doet aan de complexiteit van deze ziekte (www.ilads.org).3

A.W.B. Klusman
Literatuur
  1. Stricker RB, Lautin A. The Lyme wars: time to listen. Expert Opin Investig Drugs 2003;12:1609-14.

  2. Bakken LL, Callister SM, Wand PJ, Schell RF. Interlaboratory comparison of test results for detection of Lyme disease by 516 participants in the Wisconsin State Laboratory of Hygiene/College of American Pathologists Proficiency Testing Program. J Clin Microbiol 1997;35:537-43.

  3. The International Lyme and Associated Diseases Society. Evidence-based guidelines for the management of Lyme disease. Expert Review of Anti-infective Therapy 2004;2(1 Suppl).

Utrecht, november 2004,

Collega Klusman kiest een eigen invalshoek en verwijst voor de behandeling van late Lyme-borreliose naar een Amerikaanse richtlijn.

De CBO-richtlijn ‘Lyme-borreliose’ is een evidence-based richtlijn waaraan systematisch literatuuronderzoek ten grondslag ligt. De richtlijn is totstandgekomen mede op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten. De multidisciplinaire werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van 14 wetenschappelijke verenigingen heeft bij zijn werkwijze gebruikgemaakt van de primaire literatuur. Op grond hiervan zijn conclusies getrokken en heeft de werkgroep aanbevelingen geformuleerd.

Daarnaast is door samenspraak met de patiëntenvereniging het belang van vroege herkenning en preventie van Lyme-borreliose nog eens duidelijk geworden. Een vervolginitiatief op het gebied van preventie is in voorbereiding.

P. Speelman
B.M. de Jongh
Th.F.W. Wolfs
J. Wittenberg