Resultaten van allogene bottransplantaten bij spondylodese van de wervelkolom

Onderzoek
A. van Ooij
J.B.A. van Mourik
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1139-42
Abstract

Samenvatting

Een retrospectief onderzoek werd verricht naar het gebruik van diepgevroren allogeen botbankbot bij 67 aan de wervelkolom geopereerde patiënten. Bij 26 patiënten met een paralytische scoliose ontstond 3 maal een pseudartrose en was er 1 infectie. Bij 28 patiënten met scoliose door andere oorzaak was er 3 maal een pseudartrose. In de posterolaterale-spondylodesegroep ontstond bij 4 van de 13 patiënten een pseudartrose.

De resultaten stemmen overeen met die in de literatuur. Het gebruik van allogeen bot in de scoliosechirurgie is gerechtvaardigd gezien het acceptabele aantal pseudartrosen en de geringe kans op infectie. In de lumbale-spondylodesegroep geeft het gebruik van allotransplantaten minder goede resultaten. De voorkeur gaat uit naar toepassing van autoloog bot bij deze patiënten. In de gehele groep patiënten waren geen aanwijzingen voor overdracht van besmettelijke ziekten.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht.

Dr.A.van Ooij, orthopedisch chirurg.

St. Joseph Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Veldhoven.

J.B.A.van Mourik, orthopedisch chirurg.

Contact dr.A.van Ooij

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Nijmegen, juni 1993,

Het artikel van Van Ooij en Van Mourik (1993; 1139-42) vermeldt dat van de botdonor onder andere de rhesusfactor bepaald wordt, maar het beschrift niet wat men met de verkregen resultaten doet. Hoewel het niet algemeen bekend is, is het raadzaam de rhesuscompatibiliteit van het te implanteren bot te respecteren: rhesus-negatieve patiënten dienen rhesus-negatief bot te ontvangen. Er zijn namelijk diverse gevallen van rhesusimmunisatie door bottransplantatie beschreven, hetgeen bij vrouwelijke patiënten in de vruchtbare leeftijd zeer ernstige gevolgen voor de progenituur kan hebben.1 Indien rhesus-negatief bot niet voorhanden is, is het geven van anti-D-immunoglobuline – zoals gebruikt in de verloskunde – een alternatief.

B.A. van Dijk
Literatuur
  1. Stassen JGM, Dijk BA van, Horn JR van, Kunst VAJM. No irregular erythrocyte antibodies observed after bone allografts in 144 patients. Acta Orthop Scand 1993; 64: 354-6.

Maastricht, juni 1993,

De vraag van collega Van Dijk betreft het probleem van de rhesuscompatibiliteit van het allogene bot in relatie met de ontvanger. Het is voor ons vanzelfsprekend dat bij het implanteren van diepgevroren allogeen bot er goed op gelet wordt dat rhesus-negatieve patiënten geen bot ontvangen van een rhesus-positieve donor. Wij hebben in deze patiëntengroep dit niet van elke patiënt nagekeken, maar wij zijn er vrijwel zeker van dat zo'n vergissing in de praktijk niet is voorgevallen.

A. van Ooij
J.M. van Mourik