Relatief lage HIV-prevalentie onder druggebruikers in Den Haag ondanks riskant spuitgedrag

Onderzoek
H.A. de Haan
J.A.R. van den Hoek
H.J.A. van Haastrecht
C.W. van der Meer
R.A. Coutinho
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:218-21
Abstract

Samenvatting

In Den Haag werd in de periode september 1987-januari 1989 bij 101 druggebruikers onderzoek gedaan naar de verspreiding van HIV ern naar onveilig spuitgedrag. Er werd een vergelijking gemaakt met een groep van 241 druggebruikers die in dezelfde periode aan het AIDS-onderzoek in Amsterdam deelnamen.

Alle met HIV geïnfecteerde druggebruikers, op één homoseksuele man in Amsterdam na, hadden een voorgeschiedenis van intraveneus druggebruik. De HIV-seroprevalentie bij 56 intraveneuze-druggebruikers in Den Haag bedroeg 1,8 (95BI 0-5,3), terwijl in diezelfde periode in Amsterdam bij 26,8 (95-BI 20,6-33,0) van 194 intraveneuze-druggebruikers antistoffen tegen HIV aangetoond werden. Tussen intraveneuze-druggebruikers uit Den Haag en Amsterdam werden daarentegen geen verschillen gevonden in de frequentie waarmee vuile naalden geleend en uitgeleend werden. Het is daarom aannemelijk dat – als dit onveilige spuitgedrag wordt gecontinueerd – een verdere verspreiding van HIV onder intraveneuze-druggebruikers in Den Haag niet zal uitblijven.

Auteursinformatie

Christelijk Psychiatrisch Centrum Bloemendaal, Den Haag.

H.A.de Haan, huisarts; C.W.van der Meer, psychiater.

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, sector Volksgezondheid en Milieu, Postbus 20244, 1000 HE Amsterdam.

Mw.dr.J.A.R.van den Hoek; H.J.A.van Haastrecht, methodoloog; prof.dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloog.

Contact mw.dr.J.A.R.van den Hoek

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties