Psychische decompensatie tijdens vakantie in het buitenland

Onderzoek
M.A.H. Monden
W.J.T. Meester
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1520-3
Abstract

Samenvatting

Doel

De aard van de psychiatrische stoornissen te inventariseren die tijdens een vakantie optreden en die gemeld worden aan een alarmcentrale.

Opzet

Descriptief onderzoek.

Plaats

Kantoor SOS International te Amsterdam.

Methode

Met dossieronderzoek werden de gegevens achterhaald van 393 personen die een reisverzekering hadden afgesloten en die zich in de periode januari 1985-december 1989 met psychiatrische problemen tot de alarmcentrale hadden gewend. De diagnosen werden gereconstrueerd en geclassificeerd volgens DSM-III-R.

Resultaten

Gegevens waren compleet van 380 patiënten: 154 mannen en 226 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van respectievelijk 36 (SD: 17) en 37 jaar (SD: 19). De meldingen kwamen uit 43 verschillende landen, waarvan 43,5 uit Spanje en Griekenland. De melding kwam gemiddeld 10,2 dagen na het begin van de vakantie. Van de personen met een reisverzekering reisde 55 alleen en 45 in een groep. Paranoïde stoornis kwam het frequentst voor (21,2), schizofrenie relatief weinig (8,4). Bij 65 van alle meldingen ging het om een recidief van een psychiatrische stoornis.

Conclusie

Het recidiefpercentage was vergelijkbaar met dat van eerdere onderzoeken. Opvallend veel patiënten reisden alleen. Ver reizen geeft een grotere kans op aanvraag voor repatriëring bij een alarmcentrale. Patiënten met een schizofrene stoornis slagen er minder in op hun vakantiebestemming te arriveren.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Psychiatrie, Leiden.

Beleid en Management Gezondheidszorg, Beverwijk.

Drs.W.J.T.Meester, gezondheidswetenschapper (tevens: Health Care Special Services-lnt., Beverwijk).

Contact M.A.H.Monden, assistent-geneeskundige

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, september 1994,

In het artikel van Monden en Meester worden de psychiatrische hulpvragen geïnventariseerd in een periode van 5 jaar bij de alarmcentrale SOS International in Amsterdam (1994;1520-3). In dit artikel wijzen de auteurs tevens oorzaken aan voor het psychisch decompenseren tijdens vakantie. Niet vermeld is de rol die malariaprofylaxe hierin kan spelen.

Bijwerkingen van kinine en zijn derivaten (de meest gebruikte anti-malariamiddelen) op het centrale zenuwstelsel zijn bekend. Op neurologisch gebied betreft dit convulsies, op psychiatrisch gebied vooral depressies (unipolair of bipolair) en psychotische reacties.1 Deze bijwerkingen zijn vrij zeldzaam; de frequentie van neuropsychiatrische bijwerkingen van het middel mefloquine wordt bijvoorbeeld geraamd op 1/10.600.2 Hierbij moet rekening worden gehouden met onderrapportage. De WHO heeft dan ook in 1989 een verklaring uitgegeven om artsen aan te moedigen deze neuropsychiatrische bijwerkingen aan te geven bij de WHO. Het zou dan ook interessant zijn om te weten welke van de door Monden en Meester beschreven patiënten anti-malariamiddelen hebben gebruikt.

In de conclusie wordt door auteurs geopperd dat vooral patiënten die een recidief doormaakten (65%) mogelijk baat zouden hebben gehad bij een pakket preventieve maatregelen. Het is ook deze groep patiënten die een verhoogde kans op recidief heeft bij gebruik van anti-malariamiddelen. Indien deze middelen worden voorgeschreven, dienen juist die patiënten hierover te worden geïnformeerd. Sommige auteurs beschouwen mefloquine- of chloroquine-gebruik gecontraïndiceerd bij personen met een neuro-psychiatrische voorgeschiedenis.

H.J. Palsma
Th.P.G.M. de Vries
Literatuur
  1. Bem JL, Kerr L, Stuerchler D. Mefloquine prophylaxis: an overview of spontaneous reports of severe psychiatric reactions and convulsions. J Trop Med Hyg 1992;95:167-79.

  2. Steffen R, Fuchs E, Schildknecht J, Naef U, Funk M, Schlagenhauf P, et al. Mefloquine compared with other malaria chemoprophylactic regimens in tourists visiting East Africa. Lancet 1993;341:1299-303.

Beverwijk, september 1994,

De reactie van collegae Palsma en De Vries stellen wij zeer op prijs. Het is een belangrijke aanvulling met betrekking tot de oorzaken van psychische decompensaties. Of de malariaprofylaxe in onze onderzoeksgroep een rol heeft gespeeld, is niet duidelijk. In de onderzochte dossiers was niet terug te vinden of, en zo ja, welke malariaprofylaxe de patiënten slikten die in malaria-gebieden reisden.

M.A.H. Monden
W.J.T. Meester