Koster et al. hebben de prevalentie van proteïne C, proteïne S en antitrombine III onderzocht bij 474 opeenvolgende patiënten met een eerste episode van objectief vastgestelde diepe veneuze trombose, zonder bekende onderliggende maligniteit, en bij 474 voor leeftijd en geslacht ‘gematchte’ gezonde controlepersonen.1 Patiënten met een leeftijd beneden de…
Prevalentie van proteïne C-, proteïne S- en antitrombine III-deficiëntie bij patiënten met diepe veneuze trombose
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:160-1
Reacties