Precordiale en transoesofageale echocardiografie bij diagnostiek en behandeling van patiënten met atriumfibrilleren

Klinische praktijk
O. Kamp
R.C. Welling
P.M.J. Verhorst
C.A. Visser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2277-81

Atriumfibrilleren is een frequent voorkomende hartritmestoornis die wordt gekenmerkt door elektrische desorganisatie van het activeringsproces van de atria. Bij patiënten kan dit gepaard gaan met symptomen van vermoeidheid, hartkloppingen en kortademigheid.1 De prevalentie van atriumfibrilleren neemt toe met de leeftijd; 3-4 bij patiënten jonger dan 60 jaar, 5-9 bij patiënten ouder dan 60 jaar en meer dan 10 bij patiënten ouder dan 75 jaar.2 Ongeveer 15 van de patiënten met een ischemisch cerebrovasculair accident (CVA) en 2-8 van de patiënten met een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) heeft atriumfibrilleren.3 Het bestaan van meerdere elektrische cirkelbanen in één of beide atria is het onderliggende pathofysiologische mechanisme bij deze aandoening. De lengte van de cirkelbanen wordt beïnvloed door de totale atriale weefselmassa, de refractaire periode en de geleidingssnelheid.4

Bekende gevolgen van atriumfibrilleren zijn toegenomen sterfte en morbiditeit door trombusvorming in het hart en het daardoor ontstaan van trombo-embolische complicaties…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Cardiologie, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Dr.O.Kamp, P.M.J.Verhorst en prof.dr.C.A.Visser, cardiologen; R.C. Welling, co-assistent.

Contact dr.O.Kamp

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties