Onderzoek naar toetsregistratie in het portfolio van aiossen orthopedie

Praktijktoetsen van aiossen onvoldoende geregistreerd

Onderzoek
Stefan N. van Vendeloo
Paul L.P. Brand
Bart J. Burger
Rob G.H.H. Nelissen
Sjoerd K. Bulstra
C.C.P.M. (Kees) Verheyen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D630
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken in hoeverre het portfolio van aiossen orthopedie, die een gemoderniseerde competentiegerichte opleiding volgen, voldoet aan het aantal geregistreerde toetsen zoals voorgeschreven in het opleidingsplan Orthopedie.

Opzet

Nationaal cohortonderzoek.

Methode

Van alle aiossen orthopedie die in de periode 2012-2015 hun opleiding hadden afgerond verzamelden we uit het portfolio gegevens over geregistreerde toetsen. We registreerden de aantallen orthopedische standaardbehandelingen (OSB’s) – waarin de competenties van aiossen voor 70 orthopedische behandelingen worden beoordeeld –, korte praktijkbegeleiding (KPB’s), ‘critically appraised topics’(CAT’s) en 360-graden-feedbackrondes die in het portfolio waren vastgelegd. We vergeleken de geregistreerde aantallen met het verplichte minimumaantal toetsen zoals beschreven in het opleidingsplan.

Resultaten

In de onderzoeksperiode hadden 196 aiossen hun opleiding afgerond. Per aios waren gemiddeld 17,0 OSB’s op niveau 4 of 5 geregistreerd (34% van het vereiste aantal), 13,6 KPB’s (34%), 2,6 CATs (33%) en 0,2 360-graden-feedbackrondes (4%).

Conclusie

In het portfolio van een aios orthopedie was gemiddeld een derde van de in het opleidingsplan voorgeschreven aantal toetsen (KPB en OSB op niveau 4 of 5) geregistreerd. Deze constatering zal tot verandering moeten leiden in de wijze van monitoren van de voortgang van aiossen. Onze bevindingen zullen effect hebben op het nieuwe opleidingsplan, dat praktischer en minder complex moet worden. Ook zullen zij invloed hebben op de opleidingsvisitatie: er komt meer nadruk op de controle van de vertrekkende aiossen en op de betrokken opleidingsregio. Wellicht kan dit onderzoek ook andere wetenschappelijke verenigingen van dienst zijn; zij bevinden zich immers in hetzelfde proces van modernisering.

Auteursinformatie

Isala, Zwolle.

Afd. Orthopedie en Traumatologie: drs. S.N. van Vendeloo, aios orthopedie; dr. C.C.P.M. Verheyen, orthopedisch chirurg.

Afd. Kindergeneeskunde: prof.dr. P.L.P. Brand, kinderarts (tevens: Universitair Medisch Centrum Groningen).

Medisch Centrum Alkmaar, afd. Orthopedie en Traumatologie, Alkmaar.

Dr. B.J. Burger, orthopedisch chirurg.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Orthopedie, Leiden.

Prof.dr. R.G.H.H. Nelissen, orthopedisch chirurg.

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Orthopedie en Traumatologie, Groningen.

Prof.dr. S.K. Bulstra, orthopedisch chirurg.

Contact drs. S.N. van Vendeloo (stefanvanvendeloo@gmail.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Dr. C.C.P.M. Verheyen is voorzitter Concilium Orthopaedicum; prof.dr. P.L.P. Brand is hoogleraar medisch onderwijs; dr. B.J. Burger is bestuurslid van de Nederlandse Orthopaedische vereniging (verantwoordelijk voor opleiding/onderwijs) en prof.dr. R.G.H.H. Nelissen, is voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging; prof.dr. S.K. Bulstra is voorzitter van de werkgroep voor het nieuwe opleidingsplan orthopedie.

Auteur Belangenverstrengeling
Stefan N. van Vendeloo ICMJE-formulier
Paul L.P. Brand ICMJE-formulier
Bart J. Burger ICMJE-formulier
Rob G.H.H. Nelissen ICMJE-formulier
Sjoerd K. Bulstra ICMJE-formulier
C.C.P.M. (Kees) Verheyen ICMJE-formulier
Toetsen in de vervolgopleiding
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties