Polyurie en polydipsie door renale diabetes insipidus bij gebruik van lithium

Klinische praktijk
H.A.J.M. van Gerven
W.H. Boer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1705-9
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1715.

Dames en Heren,

Bijna 20 van de Nederlanders maakt ooit in het leven een stemmingsstoornis door en jaarlijks lijdt naar schatting ruim 7 van de bevolking aan een dergelijke stoornis.1 In de conceptrichtlijn voor de behandeling van patiënten met depressieve stoornissen staat dat bij onvoldoende werkzaamheid van selectieve serotonineheropnameremmers of tricyclische antidepressiva als volgende stap lithium in aanmerking komt.2

Lithium is tot nu toe de effectiefste stemmingsstabilisator.3 In de richtlijn ‘Bipolaire stoornissen’ is lithium, bij het ontbreken van contra-indicaties, de eerste keus bij de behandeling van patiënten met een manie en bij de onderhoudsbehandeling van bipolaire stoornissen.4 In de jaren 1996-2005 nam het aantal extramurale gebruikers van lithiumzouten in Nederland toe van 23.800 tot 32.547 (bron: College voor zorgverzekeringen: www.gipdatabank.cvz.nl).

Dorst komt voor bij ruim 50 van de patiënten die lithium gebruiken. Polyurie, gedefinieerd als een diurese van…

Auteursinformatie

Centrum voor Ambulante Ouderenpsychiatrie Altrecht, Utrecht.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Nefrologie, kamer F03.223, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Hr.dr.W.H.Boer, nefroloog.

Contact Mw.H.A.J.M.van Gerven, psychiater (wh.boer@inter.nl.net)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, september 2006,

Van Gerven en Boer vragen in hun artikel opnieuw aandacht voor een ernstige lichamelijke complicatie die kan optreden bij 15% van de ongeveer 30.000 patiënten die voor een bipolaire stoornis met lithium behandeld worden (2006:1705-9). Net zoals insuline bij diabetes wordt lithium bijna altijd langdurig gegeven.1 De richtlijn voor diagnostiek en behandeling van bipolaire stoornissen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie geeft geen indicaties voor discontinueren van lithiumbehandeling (zie: www.nvvp.net, onder ‘publicaties’).1 Gezien de ernstige sociale en psychische risico’s van een manie weegt het continueren van de behandeling op tegen het risico van een recidief. Het is daarom te verwachten dat een steeds grotere groep patiënten chronisch lithium zal gebruiken. Yo et al. wezen er eerder in dit tijdschrift op dat psychisch stabiele patiënten op een gegeven moment niet meer door psychiaters, maar door huisartsen worden begeleid.2 De levensbedreigende complicaties van polydipsie en polyurie die kunnen optreden bij comateuze patiënten of patiënten die een narcose ondergaan en die niet kunnen reageren op hun dorstprikkel worden door hen helder beschreven. Ook vorig jaar werd een patiënt met een dergelijke complicatie in een klinische les in dit tijdschrift beschreven.3

Toch lag er ten tijde van het verschijnen van de publicatie van Van Gerven et al. in ons ziekenhuis weer een patiënte die geopereerd werd en bij wie complicaties van lithiumgebruik optraden. Zij dronk 6 l per dag. Hiermee werd perioperatief geen rekening gehouden. Postoperatief werd patiënte met een ernstige hypernatriëmie naar de afdeling Interne Geneeskunde overgeplaatst. Ondanks alle aandacht die er in het Tijdschrift voor deze complicatie is geweest,2 3 blijkt uit een recent artikel,4 dat psychiaters geen gerichte instructie geven, anesthesiologen niet systematisch naar vochtinname bij lithiumgebruik vragen en geen systematisch beleid hebben voor continueren of staken van de behandeling met dit medicament in de perioperatieve periode.5

Voor de veiligheid van patiënten dienen specifieke instructies in de ‘Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van bipolaire stoornissen’ van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie te worden opgenomen. De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie dient dit onderwerp onder de aandacht van de beroepsgroep te brengen. In bijsluiters dienen gerichte instructies voor patiënten te worden opgenomen. Ook huisartsen zouden moeten overwegen een richtlijn te maken omdat patiënten die recidiefvrij raken vaak alleen door de huisarts worden gecontroleerd.2 Deze patiëntengroep behoort tot de groep met complexe medische problemen voor wie integrale zorg noodzakelijk is.6 Somatische zorg die psychiatrische patiënten vaak ontberen.7 Het ontbreken van een proactief psychiatrisch beleid voor een vermijdbare potentieel levensbedreigende complicatie van een psychiatrische behandeling laat zien dat in dit geval het risico op somatische onderbehandeling van patiënten met psychiatrische stoornissen in stand gehouden wordt.

F.J. Huyse
Literatuur
  1. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van bipolaire stoornissen. Amsterdam: Boom; 2001.

  2. Yo MS, Rommes JH, Spronk PE, Janssen JC. Lithium, een potentieel gevaarlijk geneesmiddel. [LITREF JAARGANG="2005" PAGINA="273-6"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:273-6.[/LITREF]

  3. Meijer K, Slaets JPJ, Huyse FJ. Lithiumgebruik en het beleid rondom operatie. [LITREF JAARGANG="2005" PAGINA="1027-32"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1027-32.[/LITREF]

  4. Huyse FJ, Touw DJ, Strack van Schijndel RJM, Lange JJ de, Slaets JPJ. Psychotropic drugs and the perioperative period: a proposal for a guideline in elective surgery. Psychosomatics. 2006;47:8-22.

  5. Kroenke K, Gooby-Toedt D, Jackson JL. Chronic medications in the perioperative period. South Med J. 1998;91:358-64.

  6. Huyse FJ, Stiefel FC, editors. Integrated care for the complex medically ill. Medical clinics of North America. Maarssen: Elsevier; 2006.

  7. Somatische zorg in APZ’en. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg; 1999.