Pneumokokkenprik tegen pneumonie meestal niet nodig

Opinie
Rogier M. Hopstaken
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9383
Abstract

Ruim 50 jaar wordt er al gezocht naar een pneumokokkenvaccin dat van grote betekenis zou kunnen zijn voor ouderen. De recent gepubliceerde resultaten van de Nederlandse ‘Community-acquired pneumonia immunization trial in adults’ (CAPiTA) vormen een relevant, nieuw hoofdstuk in de vaccinatiewereld.1

Pneumonie die wordt veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae, leidt vaker dan andere pneumonieverwekkers tot ziekenhuisopname en overlijden. Een goede en tijdige diagnose is de sleutel tot adequate behandeling, maar het stellen van de juiste diagnose is, met name in de eerste lijn, vaak moeilijk te realiseren zonder aanvullend onderzoek.2 Preventie van pneumokokkenpneumonie door vaccinatie is dan ook een ogenschijnlijk lonkend perspectief. Bij kinderen is vaccinatie succesvol gebleken en ze is daarom opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.3

De aandacht is nu verlegd naar volwassenen. Een belangrijke reden hiervoor is de toename van het aantal extra kwetsbare personen in onze samenleving door vergrijzing en het paradoxale succes van integrale…

Auteursinformatie

Saltro diagnostisch centrum, Utrecht.

Contact Dr. R.M. Hopstaken, huisarts en vakspecialist POCT (r.hopstaken@saltro.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Rogier M. Hopstaken ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De discussie over pneumokokkenvaccinatie bij ouderen is gebaat bij een juiste weergave van de beperkingen van de CAPiTA studie (1). Hopstaken benadrukt afwezigheid van effect op sterfte, maar vermeldt niet dat de studie daar niet voor was opgezet. De follow-up stopte bij 130 CAP episodes veroorzaakt door PCV13 serotypes en zelfs als elke episode tot sterfte geleid zou hebben zou het sterfteverschil niet statistisch significant zijn geweest. De 7000 doodsoorzaken zijn niet gebaseerd op actieve dataverzameling maar op beschikbare (dus incomplete) medische verslaglegging. Pneumokokken CAP leidt tot morbiditeit en sterfte. Men mag er vanuit gaan dat preventie tot reductie van deze complicaties leidt. CAPiTA was ook niet opgezet om generaliseerbare incidenties van pneumokokken infecties te genereren. Extrapolatie daarvan is gevaarlijk (2). PCV13 biedt geen bescherming tegen andere verwekkers. De (niet statistisch significante) 5% afname in “all-cause” CAP komt overeen met 45% afname van 13% van PCV13 CAP episodes in de placebo populatie. Vaccin effectiviteit lijkt minder bij hogere leeftijd bij vaccinatie (3), maar dat impliceert ook dat effectiviteit bij “jongere ouderen” hoger was dan 45%. De argumenten dat influenzavaccinatie en “vaccinatiedruk” door ouderenvaccinatie de resultaten in “real life” zullen beïnvloeden zijn waarschijnlijk onjuist. Bijna alle studiedeelnemers waren gevaccineerd voor influenza en dragerschap bij ouderen is zeldzaam. Natuurlijk is voor sommige patiënten een pneumonie een vredige oplossing voor een uitzichtloze situatie. Echter, moet daarom worden afgezien van vaccinatie op het moment dat ouderen nog gezond zijn en – statistisch– nog tientallen levensjaren in goede kwaliteit in het vooruitzicht hebben? De vergelijking met het kanonneren van een mug suggereert dat vaccineren duur is en/of gepaard gaat met ernstige bijwerkingen. Dat laatste blijkt niet uit CAPiTA (1). Een waardevolle populatie-interventie bestaat uit een relatief kleine belasting voor elk individu en gezondheidswinst voor een enkeling. Zoals een rookmelder: gelukkig bijna nooit nodig, maar soms levensreddend. Vaccin effectiviteit kan minder zijn bij immuungecompromitteerden. Maar als incidentie en consequenties van infecties groter zijn, kan dat tot betere kosten-effectiviteitsratio leiden. De kosten-effectiviteit van pneumokokkenvaccinatie van ouderen in Nederland is berekend, met sensitiviteitsanalyses voor het beschermend effect van vaccinatie van kinderen (nu met een 10-valent vaccin) en effectiviteit bij immuungecompromitteerden (4). De resultaten ondersteunen de conclusies van Hopstaken vooralsnog niet volledig.

Referenties: 1. Bonten, et al. N Engl J Med. 2015;372:1114-25; 2.van Werkhoven, et al. J Clin Epidemiol. 2015 Jul 18; 3. van Werkhoven, et al. Clin Infect Dis. 2015 Aug 11; 4. Mangen, et al. Eur Respir J. 2015 Jul 9. 

Marc Bonten

Mede namens: Drs. Henri van Werkhoven, Dr. Susanne Huijts, Drs. Marieke Bolkenbaas, allen UMC Utrecht