Pleura-empyeem, chirurgijns en Auenbruggers Inventum novum

Perspectief
J.N. Keeman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2801-9
Abstract

Samenvatting

De behandeling van thoraxempyeem was in het verleden een zaak van de chirurg, terwijl het diagnosticeren van de aandoening aan de doctor medicinae werd overgelaten. Deze behandeling was meestal een operatie, die min of meer op goed geluk werd uitgevoerd. Doordat het medisch denken over ziekte verschoof van de hippocratische humeurenleer naar het beschouwen van organen en weefsels als oorsprong van ziekte, veranderde ook de diagnostiek. De percussie van de thorax zoals die twee eeuwen geleden door Auenbrugger werd ontwikkeld, was het begin van de diagnostiek op basis van nauwgezet lichamelijk onderzoek. De chirurgijns, van wie werd verwacht dat zij het thoraxempyeem afdoende zouden behandelen, konden met deze techniek een exactere diagnose stellen, en daardoor een betere behandeling geven. Door de moderne beeldvormende technieken wordt het handwerk van de thoraxpercussie wat minder noodzakelijk. De percussietechniek wordt vrijwel niet meer toegepast door chirurgen, maar door longartsen. Desondanks zal er nog dikwijls dankbaar gebruik worden gemaakt van Auenbruggers ‘inventum novum’.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2801-9

Auteursinformatie

Contact Hr.dr.J.N.Keeman, chirurg n.p., Herman Heijermansweg 29, 1077 WK Amsterdam (jnkeeman@xs4all.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties