Een therapeutische uitdaging

Parasieten- of infestatiewaan

Klinische praktijk
Yara Q. Jagt
Arjen L. Sutterland
Julia H. Meijer
Marloes S. Oudijn
Patrick M. Kemperman
Nienke C.C. Vulink
Lieuwe de Haan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7548
Abstract

Dames en Heren,

Parasietenwaan is een zeldzame psychiatrische aandoening. Het is vaak moeilijk om met patiënten overeenstemming te bereiken over een effectieve therapie. In deze klinische les beschrijven we hoe we 2 patiënten met parasietenwaan behandelden met antipsychotica en opperen mogelijkheden om deze uitdagende groep patiënten in behandeling te krijgen en te houden.

Patiënt A, een 49-jarige man, werd door de polikliniek Psychodermatologie verwezen naar de afdeling Psychiatrie. Hij had al 2,5 jaar jeukende wonden op zijn gezicht en romp, waar volgens hem beestjes uit kwamen. De beestjes, kleine witte sliertjes met rode kopjes, waren volgens patiënt parasieten die hij had opgelopen door een slangenbeet in Azië of houtwormen uit zijn bed. Patiënt was de hele dag bezig met de beestjes. Hij reinigde de wonden met 80% alcohol, schoonmaakbleek en wasbenzine, en schroeide ze dicht met een aansteker. Door schaamte voor zijn wonden zag hij zijn vrienden nauwelijks…

Auteursinformatie

Koninklijke Luchtmacht.

Drs. Y.Q. Jagt, kapitein-arts (tevens: onderzoeker, AMC, afd. Psychiatrie, Amsterdam).

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Psychiatrie: drs. A.L. Sutterland, drs. M.S. Oudijn, dr. N.C.C. Vulink en prof.dr. L. de Haan, psychiaters; dr. J.H. Meijer, psychiater in opleiding.

Afd. Dermatologie: drs. P.M. Kemperman, dermatoloog.

Contact drs. Y.Q. Jagt (y.q.jagt@hotmail.com)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Yara Q. Jagt ICMJE-formulier
Arjen L. Sutterland ICMJE-formulier
Julia H. Meijer ICMJE-formulier
Marloes S. Oudijn ICMJE-formulier
Patrick M. Kemperman ICMJE-formulier
Nienke C.C. Vulink ICMJE-formulier
Lieuwe de Haan ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Interessante en lezenwaardige klinische les waarin de auteurs aan de hand van twee patiënten illustreren dat ook een zeldzame aandoening klinische relevant kan zijn en voldoende stof tot nadenken kan opleveren.

Om de diagnose voor patiënt A acceptabeler te maken stellen zij een verhullende diagnose voor. Als een mogelijke rationale voor antipsychotica benoemen zij “dat uit laboratoriumstudies is gebleken dat antipsychotica de vermenigvuldiging van parasieten kunnen tegengaan”. Hoewel ik het eens ben met deze benadering en de argumentatie begrijp, ben ik wel benieuwd naar hoe de auteurs deze aanpak kunnen rijmen met het beginsel van “Informed consent”.

Bij patiënt A wordt de diagnose primaire parasietenwaan gesteld. De auteurs vermelden dat patiënt bekend is met diabetes. Wellicht hebben de auteurs de mogelijkheid van een secundaire parasietenwaan bij pruritus door diabetes op de voorhand verworpen. Niettemin ben ik benieuwd naar hun overwegingen.

Psychiatrie was ooit een medisch specialisme waarin vanuit een biopsychosociale perspectief de patiënt meer was dan de som van diens actuele klachten of symptomen. De auteurs lijken uitsluitend aandacht te hebben voor het biologische perspectief. Over de mens achter de patiënt vertellen zij weinig meer dan leeftijd en geslacht. Terloops wordt gemeld dat patiënt A diabetes heeft en sinds 3 jaar werkeloos is. Zijn eigen verklaring voor zijn klachten suggereert dat hij in Azië is geweest en dat hij een houten bed heeft. De vraag is nu bijvoorbeeld of hij daadwerkelijk in Azië is geweest en wat hij daar gedaan heeft. Angst voor of schaamte over een eventuele seksuele genese komen niet aan de orde. De luesserologie wordt niet vermeld. En wat is de betekenis van het houten bed?

Het is spijtig dat een interpretatie op betekenis niveau niet aan bod komt. In het huidige DSM-IV/V tijdperk lijken steeds minder psychiaters de vaardigheid te beheersen om klachten en symptomen op betekenis niveau te beschouwen of te “verstehen”. In gaan op de voorgeschiedenis of de biografische gegevens kan helpen om de klachten en symptomen beter te begrijpen, aan te sluiten bij de belevingswereld van patiënt en de behandelmotivatie of compliance te bevorderen.

Overigens beschreven precies dertig jaar geleden Nieboer en Daniels in een klinische les in ditzelfde tijdschrift eveneens zes patiënten met een parasietenwaan. Hoewel evenzeer summier, kwam toen meer dan nu naar voren hoe verschillend de achtergronden van de betrokken patiënten kunnen zijn.

Herman Snoo, psychiater, Zaans Medisch Centrum

Referentie

Nieboer, C. en Daniels, D. Allemaal beestjes. Nederlands Tijdschr Geneeskd 1984; 128: 481-484

Geachte collega Sno, Dank voor uw reactie.

U stelt hierbij ook een aantal vragen. Ten eerste wordt aan de orde gesteld of informatie over de werkzaamheid van antipsychotica tegen parasieten wel te rijmen valt met de beginselen van het ‘informed consent’. Wij zijn het er volledig mee eens dat met het geven van deze informatie prudent moet worden omgegaan. Daarom zal altijd vermeld moeten worden, zoals ook aangegeven in onze klinische les, dat de arts niet van mening is dat dit het werkzame onderdeel van de therapie is. De reden waarom de medicatie voorschreven wordt, en zo vermelden wij dat ook aan patiënten, is juist het effect dat deze medicatie heeft op de mate van preoccupatie, iets waar deze patiëntengroep zich meestal in herkent. Voorts vraagt collega Sno zich af of er is overwogen dat er bij de diabetes mellitus mogelijk sprake kan zijn geweest van prurigo als oorzaak van de gevoelsmanifestaties bij patiënt A. Alhoewel de literatuur niet eenduidig is over de associatie tussen pruritus en diabetes, is er nagegaan of patiënt A goed op zijn diabetes was ingesteld (dit was zo) en of de klachten van patiënt secundair aan prurigo konden zijn. De lokalisaties van de jeuk (alleen op plekken die patiënt zelf kon manipuleren) pasten ook niet bij het beeld van pruritus bij diabetes zoals dat in literatuur wordt beschreven (ref 1). Tot slot geeft collega Sno aan dat deze klinische les een uiting zou zijn van de verschuiving in de psychiatrie van specialisme dat zich rekenschap geeft van de persoonlijke betekenis van klachten naar een voornamelijk biologische model. Wij denken dat hier sprake is van een misverstand. Er is in deze klinische les gekozen om aandacht te geven aan manieren om patiënten in behandeling te krijgen en houden en minder op een uitgebreide omschrijving van patiënt’s individuele omstandigheden en biografie. Wij onderschrijven het belang van kennis van de biografie en voorgeschiedenis om patiënt beter te kunnen begrijpen en beter te kunnen aansluiten bij de belevingswereld van patiënt.

Wij danken collega Sno dat hij dit nogmaals onder de aandacht brengt.

Hoogachtend, Mede namens de andere auteurs, Yara Jagt

1. Berger TG, Shive M, Harper GM. Pruritus in the older patient: a clinical review. JAMA. 2013:310:2443-50