Mede naar aanleiding van het artikel van Langendijk et al. (1986;2032-6) en mijn ervaring met verslaafden, vraag ik mij af wat er nog meer nodig is om te komen tot een verbod van flunitrazepam (Rohypnol). Overigens zou er al veel gewonnen zijn als huisartsen ophouden het middel voor te schrijven, al zullen diegenen die tot voorschrijven min of meer gedwongen worden – dat komt voor! – slechts via zo'n verbod hun goede bedoelingen gestalte kunnen geven.
Bij de suggestie van Kraaijeveld om tot een verbod van flunitrazepam (Rohypnol) te komen, willen wij gaarne de volgende kanttekening plaatsen.
De balans van voor- en nadelen die optreden bij gebruik van een geneesmiddel, zal in het algemeen de basis zijn waarop registratie aan een geneesmiddel wordt verleend of doorgehaald. In dit specifieke geval gaat het om een hypnoticum, respectievelijk een premedicatiemiddel, dat bij introductie een aanwinst leek, in het bijzonder voor wat betreft de toepassing in de anesthesie en in iets mindere mate als hypnoticum.
Anno 1987 is de situatie veranderd. Er zijn nu voldoende alternatieve premedicatiemiddelen en hypnotica beschikbaar met een vergelijkbaar of gunstiger profiel. Bovendien is gebleken dat flunitrazepam sterke anterograde amnesie veroorzaakt, aanleiding geeft tot misbruik en verslaving,12 en in geval van overdosering een ernstiger intoxicatiebeeld geeft dan vergelijkbare benzodiazepinen, zoals door ons is beschreven. Het lijkt erop dat de balans van dit middel naar de nadelige kant is doorgeslagen. We moeten er echter voor waken elk middel dat op een of andere wijze onjuist wordt gebruikt, direct van de markt te nemen. Eerder verdient het aanbeveling, zoals Kraaijeveld stelt, de voorschrijvers er op te wijzen dat er betere alternatieven zijn en dat het bewuste middel misbruikt kan worden.
Roorda PA. Rohypnol: een ‘hard drug’. Med Contact 1986; 41: 990.
Fraenkel HM. Toelating van midazolam als slaapmiddel ongewenst. [LITREF JAARGANG="1986" PAGINA="1709"]Ned Tijdschr Geneeskd 1986; 130: 1709.[/LITREF]