Opsporing van amblyopie bij kleuters met de TNO-dieptezientest

– To evaluate the policy in amblyopia detection by pre-school health care workers, we studied the prevalence of amblyopia that had not previously been detected among 1975 children at the ages of 4 years 6 months to 5 years 10 months. Seventy-eight (3.9) of the children had insufficient stereo-acuity, though no form of ocular abnormality had been noted in the past. Twenty-one (1) of the children had a previously undetected amblyopia. After 1½ years 74 of the children with amblyopia had a visual acuity of 0.9 or more, while most of the children – at the time of referral – were 4½ years or older.

Amblyopia can be identified earlier by (a) a proper transfer of information from pre-school health care workers to the school doctor; (b) taking into consideration low vision if assessment of vision was not successful in the first examination, and (c) performing at least the TNO-stereotest when in doubt.

Samenvatting

Om het opsporingsbeleid van amblyopie door werkers van het consultatiebureau te evalueren, is het vóórkomen van nog niet eerder gesignaleerde amblyopie bij 1975 kleuters in de leeftijd van 4 jaar en 6 maanden tot 5 jaar en 10 maanden onderzocht. Bij 78 (3,9) kleuters werd een onvoldoende diepte-onderscheidingsvermogen (ODOV) geconstateerd, terwijl nog niet eerder enigerlei vorm van visusafwijking was opgemerkt. Bij 21 (1) kinderen werd een niet eerder gesignaleerde amblyopie opgespoord. 74 van de kinderen met amblyopie had aan het slechtste oog na 1½ jaar een visus van 0,9 of meer, terwijl het merendeel van deze kinderen ten tijde van de verwijzing 4½ jaar of ouder was.

Amblyopie bij kleuters kan tijdiger ontdekt worden door: (a) goede overdracht van gegevens door het consultatiebureauteam aan de schoolarts; (b) bij kinderen bij wie de visusbepaling niet lukt, te denken aan de mogelijkheid van een verminderde visus; (c) bij twijfel tenminste de TNO-dieptezientest uit te voeren.