Oog voor het ongewone

Wim Opstelten
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:B1917

artikel

Enkele kleine spinnetjes die al een paar weken wat irritant voor je ogen dwarrelen. Meestal onschuldig. Maar als er snel heel veel ontstaan… dat is ongewoon en dwingt tot snelle beoordeling (D5850). Een 2-jarig kortademig meisje met koorts zal wel een luchtweginfectie hebben. Maar als haar longen helemaal schoon klinken en ze ook een goede saturatie heeft? Dat is vreemd en past niet bij een pneumonie (D5766). En een 70-jarige man die een paar dagen hees is en hoest, zal ook wel een luchtweginfectie hebben – maar passageklachten passen daar niet bij (D5884).

Iedere dag trekt veel ‘gewoons’ aan ons voorbij: hoesters en proesters, vlekjes en plekjes, verzwikte enkels en zere schouders. Natuurlijk, iedere patiënt heeft een eigen verhaal, maar veel problemen in de huisartsenpraktijk zijn alledaags met meestal een goede prognose. Dat schept ook het raamwerk waarbinnen huisartsen denken: anders dan in de tweede lijn is de kans op een zeldzame aandoening in onze spreekkamers klein. Of, zoals de Amerikaanse hoogleraar Theodore Woodward ooit zei: wanneer we buiten hoefgetrappel horen, is het hoogstwaarschijnlijk een paard… en geen zebra. Het is voor huisartsen dan ook de kunst om te midden van het alledaagse juist het ongewone te signaleren. Vaak een lastige opgave, waarbij een niet-pluisgevoel ons soms kan helpen (D6227) en waarbij goed luisteren, vragen en kijken altíjd onmisbaar zijn. Ook wanneer alles gewoon lijkt.

‘Traumatische ervaringen kunnen een leven lang doorwerken’

Tjalling de Vries breekt eveneens een lans voor goed vragen en luisteren (D6086). Niet alleen naar het hier en nu, maar ook naar het verleden van onze patiënten. Niet iedereen heeft een zorgeloze jeugd gehad en traumatische ervaringen – zoals het verlies van een ouder op jonge leeftijd (D6059) – kunnen een leven lang hun uitwerking hebben. Rampspoed in de kindertijd, schrijft hij, vergroot het risico op chronische ziekten en psychiatrische aandoeningen op latere leeftijd.

Vragen naar het verleden hoeft natuurlijk niet in elk consult. Het zou ondoenlijk zijn, en voor arts en patiënt ook niet altijd nodig. Maar het is wel goed om ons te realiseren dat ook het ongewone van lang geleden invloed kan hebben op het hier en nu, dat zo alledaags kan lijken.

Auteursinformatie

w.opstelten@ntvg.nl

Contact (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties