Ontwikkelingen in de jurisprudentie met betrekking tot het levenseinde

Perspectief
H.J.J. Leenen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1459-61

Sinds het arrest van de Hoge Raad in de zaak-Chabot in 1994,1 zijn de ontwikkelingen met betrekking tot euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek voortgegaan. Over het Chabot-arrest zelf en eventuele gevolgen van dat arrest voor somatische patiënten is discussie gevoerd.23 Omdat aan een arrest van de Hoge Raad geen grotere reikwijdte dient te worden gegeven dan de onderhavige zaak en de Hoge Raad in het Chabot-arrest ten aanzien van de criteria nadrukkelijk een scheiding heeft aangebracht tussen somatische patiënten en patiënten bij wie het lijden niet voortvloeit uit een somatische ziekte of aandoening, moet ervan worden uitgegaan dat de speciale voorwaarden van het Chabot-arrest alleen voor niet-somatische patiënten gelden. Dat is ook de mening van de meeste commentatoren. Het vervolgingsbeleid dient op het arrest te worden gebaseerd; de regering heeft immers herhaalde malen verklaard dat bij dat beleid de jurisprudentie zal worden gevolgd.

Er…

Auteursinformatie

Prof.dr.H.J.J.Leenen, emeritus hoogleraar sociale achtergronden en gezondheidszorg, Oosterpark 46, 1092 AN Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties