artikel
Wetenschappelijk onderzoek naar kunstmatige flesvoeding laat nog veel te wensen over. Een systematische review toont aan dat interventietrials met flesvoeding meestal onbetrouwbaar zijn, te gunstige resultaten laten zien en mogelijk deelnemende kinderen in gevaar brengen (BMJ. 2021;375:n2202).
Bartosz Helfer (Imperial College London) en collega’s zochten in Medline, Embase en Cochrane Central Register of Controlled Trials naar onderzoeken uit de periode 2015-2020 waarin 2 of meer soorten flesvoeding voor kinderen met een leeftijd van < 3 jaar werden vergeleken. Van de 125 gepubliceerde artikelen (met in totaal 23.757 deelnemende kinderen) hadden er slechts 57 (46%) een trialregistratie bij aanvang van de studie. Slechts 34% van de studies had zowel een duidelijk beschreven doel als een primaire uitkomstmaat. Het risico op bias, gemeten met de Cochrane risk of bias versie 2.0, was voor slechts 4% van de trials laag. De onderzoekers maakten zich vooral zorgen om afwijkingen van het protocol en grote hoeveelheden missende waarden, waardoor de gerapporteerde uitkomsten niet representatief zijn voor de onderzochte populatie.
Veruit de meeste studies waren gesponsord door fabrikanten van flesvoeding en bij 60 studies (48%) was de sponsor ook betrokken bij de statistische analyse of het schrijven van het manuscript. Ook bij niet-gesponsorde trials gebeurde het vaak dat de gerapporteerde uitkomsten onterecht ‘gunstig’ werden genoemd, vooral in de samenvatting. Ook was er publicatiebias, onder andere te zien aan de 111 ongepubliceerde trials die wel waren aangemeld in de verplichte trialregisters.
De resultaten van gepubliceerde trials naar flesvoeding zijn over het algemeen onbetrouwbaar, concluderen Helfer en collega’s. Dit werkt misleidende reclame door voedingsfabrikanten in de hand.
Bovendien waren de onderzoeken potentieel schadelijk voor de deelnemende kinderen, doordat die mogelijk minder of minder lang borstvoeding kregen dan internationale richtlijnen aanraden. De meeste onderzoeken maakten niet duidelijk of en hoe ze borstvoeding promootten en verstrekten gratis flesvoeding die buiten het studieverband niet gratis te krijgen was.
‘Een gezonde dosis wantrouwen bij het lezen van onderzoek over flesvoeding is op zijn plaats’, concludeert kinderarts Tjalling de Vries (MCL), niet betrokken bij de onderzoeken. ‘Dat het meeste onderzoek over flesvoeding misleidend en onbetrouwbaar is, vormt een extra reden om borstvoeding te promoten en vrouwen te blijven stimuleren het zo lang mogelijk te geven.’
Reacties