Obstipatie op de kinderleeftijd; evaluatie van een diagnostisch-therapeutisch protocol

Onderzoek
H.S.A. Heymans
M.A. Benninga
I. de Groot
W. Strubbe
H.A. Büller
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:721-4
Abstract

Samenvatting

Bij 87 kinderen met obstipatieklachten werden de oorzaken en het effect van behandeling geëvalueerd. Er werden 2 indelingen gemaakt, één naar leeftijd (<3 jaar en >=3 jaar) en een tweede in ‘eigen’ of'verwezen‘ patiënten. Bij de 59 eigen kinderen werd een diagnostisch-therapeutisch schema gebruikt, het 3-fasenbeleid. Dit beleid bestaat voor kinderen ouder dan 3 jaar (n = 29) in de eerste fase uit anamnese, lichamelijk onderzoek, dieet en orale en (of) rectale laxantia. In de tweede fase wordt toilettraining gegeven in combinatie met dieet en orale laxantia. De derde fase omvat continuering van het dieet en afbouwen van de laxantia. Indien geen verbetering optreedt, wordt aanvullend onderzoek verricht. In de groep van eigen patiënten jonger dan 3 jaar wordt reeds in de eerste fase aanvullend onderzoek verricht.

Van de 36 patiënten (<3 jaar) en de 51 patiënten (>3 jaar) werd bij respectievelijk 69 en 98 functionele obstipatie gediagnostiseerd, terwijl bij respectievelijk 14 en 2 de ziekte van Hirschsprung werd vastgesteld. Bij kinderen >=3 jaar met functionele obstipatie was het 3-fasenbeleid in 86 succesvol met een gemiddelde behandelingsduur van 9,5 maand.

Het rendement van diagnostisch onderzoek bij kinderen ouder dan 3 jaar blijkt gering en rechtvaardigt het voorgestelde 3-fasenbeleid. Bij kinderen jonger dan 3 jaar daarentegen is beperkt laboratoriumonderzoek in de eerste fase noodzakelijk. Onderzoek naar het bestaan van de ziekte van Hirschsprung, door middel van rectumbiopt of anorectale manometrie is geïndiceerd indien de behandeling in de eerste fase geen succes heeft.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Beatrix Kinderkliniek, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Prof.dr.H.S.A.Heymans, kinderartsgastro-enteroloog.

Academisch Medisch Centrum, afd. Kindergastro-enterologie en Voeding, Amsterdam.

I.de Groot, assistent-geneeskundige; M.A.Benninga, arts-onderzoeker; dr.H.A.Büller, kinderartsgastro-enteroloog; dr.W.Strubbe, kinderpsychiater.

Contact prof.dr.H.S.A.Heymans

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties