Eerst diagnostiek en daarna effectieve behandeling

Obesitas in de spreekkamer

Klinische praktijk
Eline S. van der Valk
Mesut Savas
Jan Steven Burgerhart
Maaike de Vries
Erica L.T. van den Akker
E.F.C. (Liesbeth) van Rossum
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D2310
Abstract

Dames en Heren,

Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen heeft overgewicht en 14% heeft obesitas.1 Artsen ‘jagen’ patiënten de sportschool in, maar vergeten aandacht te besteden aan diagnostiek naar onderliggende aandoeningen en bijdragende factoren van overgewicht. Het identificeren van deze ‘verborgen dikmakers en -houders’ vergroot echter de behandeleffectiviteit, en leidt tot specifiekere behandelingen en betere randvoorwaarden voor het beginnen met en volhouden van een interventie. Bovendien vermindert het sociale stigmata. Ter illustratie bespreken wij de behandeling van een patiënt met leefstijlgerelateerde obesitas en een complexe casus met meerdere onderliggende factoren van obesitas.

Patiënt A was een 18-jarige man die werd verwezen naar het Centrum Gezond Gewicht vanwege obesitas (figuur a). Hij had een blanco medische voorgeschiedenis en gebruikte geen medicatie. Zijn gewicht was in de puberteit fors toegenomen. Afvallen door minder calorieën te eten was niet gelukt. Zijn eetlust was niet-afwijkend. Hij bewoog weinig. Hij gebruikte beperkt alcohol…

Auteursinformatie

Erasmus MC, Rotterdam.

Afd. Interne geneeskunde, sectie Endocrinologie en Centrum Gezond Gewicht: drs. E.S. van der Valk, arts-onderzoeker en aios interne geneeskunde; drs. M. Savas, arts-onderzoeker; dr. J.S. Burgerhart, aios interne geneeskunde; prof.dr. E.F.C. van Rossum, internist-endocrinoloog.

Afd. Kindergeneeskunde, Endocrinologie: dr. E.L.T. van den Akker, kinderarts-endocrinoloog.

Keer Diabetes2 Om, Amsterdam.

Dr. M. de Vries, gezondheidswetenschapper.

Contact prof.dr. E.F.C. van Rossum (e.vanrossum@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict: er zijn geen financiële belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Karin van der Zwaan (coördinator Centrum Gezond Gewicht), Marieke Bruinings (polikliniekassistente), Geranne Jiskoot (psycholoog), Arlette Vergunst en Eric Benda (fysiotherapeuten) en Deborah Lagerwerf (diëtiste) begeleidden mede de beschreven patiënten.

Auteur Belangenverstrengeling
Eline S. van der Valk ICMJE-formulier
Mesut Savas ICMJE-formulier
Jan Steven Burgerhart ICMJE-formulier
Maaike de Vries ICMJE-formulier
Erica L.T. van den Akker ICMJE-formulier
E.F.C. (Liesbeth) van Rossum ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Roger
Stevelmans

Met interesse las ik de zeer nuttige klinische les van “Obesitas in de spreekkamer, eerst diagnostiek en daarna effectieve behandeling” van Van der Valk et al (1). Het is naar mijn weten de eerste maal dat de obesitas patiënt in al zijn volledigheid wordt belicht. Mijn complimenten hiervoor.

Desondanks heb ik er een kanttekening bij. Er wordt gesteld dat “crash diëten", ofwel very low energy diets (VLED's): diëten die volledig gebaseerd zijn op maaltijdvervangers met een totale calorie inname van 450-800 kcal per dag, "via het jojo-effect  door verstoring van biologische responsen in eetlustregulatiesystemen” bijdragen aan obesitas. Ook worden deze “zeer laag calorische diëten” in de belangrijke overzichtstabel 2 “Diagnostiek van onderliggende oorzaken van obesitas bij volwassenen en bijdragende of in standhoudende factoren” genoemd. 

Het wetenschappelijk bewijs over VLED’s laat echter een ander beeld zien: uit een meta analyse van 11 experimentele onderzoeken is gebleken dat er na een VLED als enige therapie bij obesitas na 30 maanden follow-up nog sprake is van 5% gewichtsverlies (2). Ter volledigheid is het verder bekend dat wanneer een initieel VLED wordt toegevoegd aan een gecombineerde leefstijlinterventie de beste lange termijn gewichtsresultaten worden bereikt (3,4).

Resumerend is het onterecht dat de reeds bestaande negatieve naam van VLED's ondanks wetenschappelijke feiten in deze klinische les verder wordt versterkt. Dit is in ons gevecht tegen de obesitasepidemie, waarin VLED's juist van grotere waarde zouden kunnen zijn dan er heden ten dage gebruik van wordt gemaakt, te betreuren.

Referenties:

1. Van der Valk ES. et al. Obesitas in de spreekkamer, eerst diagnostiek en daarna effectieve behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D2310.

2. Franz MJ. et al. Weight-Loss Outcomes: A Systematic Review and Meta-Analysis of Weight-Loss Clinical Trials with a Minimum 1-Year Follow-Up. J Am Dietetic Assoc. 2007;107:1755-67.

3. Paretti HM. et al. Clinical effectiveness of very-low-energy diets in the management of weight loss: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Obes Rev. 2016;17:225–34.

4. Moreno B. et al. Obesity treatment by very low-calorie-ketogenic diet at two years: reduction in visceral fat and on the burden of disease. Endocrine. 2016;54:681–90.

Roger Stevelmans, arts-epidemioloog, Co-eur (Centrum obesitas en eetstoornissen) Maastricht/Heerlen