‘Nijntje Pluis’

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B553

artikel

Een van de dingen die tot misverstanden tussen specialismen kunnen leiden, is het verschil in de manier waarop bijvoorbeeld huisartsen en ziekenhuisspecialisten met het fenomeen ‘onzekerheid’ omgaan.

Soms voel ik als huisarts aan m’n water of iets bij een patiënt pluis is of niet. Een simpel gevoel dat ik niet heel goed kan uitleggen. Net zo simpel als Nijntje Pluis van Dick Bruna. Een paar lijntjes; het is een konijn, maar teken het maar eens na.

Jaren geleden leverde dat niet-pluisgevoel altijd problemen bij verwijzen op.

‘Maar wat heeft die mevrouw van jou dan?’, vroeg de specialist in zo’n geval.

‘Geen idee, maar het verhaal klopt niet.’

Dat gesteggel leidde dan herhaaldelijk tot wederzijds geïrriteerde gevoelens. Naarmate ik ouder word, lijd ik daar niet meer onder. Maar aanvankelijk voelde ik me dom. Waarom kon ik toch niet uitleggen wat er aan de hand was? Schoot mijn anamnese tekort, was ik alle pathofysiologie vergeten? ‘Het patroon klopt niet’, is de meest simpele verklaring. Maar wat is het patroon dan? Waar vergelijk je het patroon van de individuele patiënt mee?

Net als bij de echte Nijntje Pluis lijkt het ‘pluis/niet-pluis’-concept betrekkelijk simpel, maar het zit zo geraffineerd in elkaar dat het hele begrip lange tijd als niet-onderzoekbaar is afgedaan. Diagnostisch onderzoek moet ook onder het juk van gerandomiseerde onderzoeken worden gebracht en in een dergelijke studieopzet is geen ruimte voor het gevoel van de dokter dat er ergens iets niet klopt. Gelukkig trekken sommige onderzoekers zich weinig aan van zogenaamd niet-onderzoekbare problemen en proberen ze het toch. Kwalitatief onderzoek is voor veel artsen een nog wat ongewone manier van onderzoek. De groepen zijn klein en dat wekt al snel het idee dat de resultaten niet kunnen kloppen, gewend als we zijn aan de duizenden deelnemers in hartvaatziektentrials. Bij kwalitatief onderzoek gaat het er echter niet om uit te zoeken hoeveel er is van een bepaald verschijnsel, maar over wat patiënten of artsen van iets vinden of waarom ze iets doen of laten. Het gaat om denken en om verhalen – om belangrijke facetten van de geneeskunde dus. Net als kwantitatief onderzoek is kwalitatief onderzoek methodologisch lastig. Het onderzoek over pluis en niet-pluis is een voorbeeld van hoe het moet (bl. 438). Meer van dergelijke onderzoeken zijn voor hulpverleners én patiënten van belang. De goede zullen we graag publiceren.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties