Mortaliteit COVID-19 versus influenza

Lara Harmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:C4484

artikel

Nieuws in beeld
 
Nieuws in beeld |  

De 44.672 patiënten met geconfirmeerde COVID-19 in China tot 11 februari 2020 (figuur a) en de ruim 138.000 bij de huisarts gemelde patiënten met influenza uit 2016 in Nederland (figuur b), onderverdeeld naar leeftijd van de patiënt. De kolommen zijn uitgesplitst in patiënten die het virus hebben overleefd en patiënten die eraan zijn overleden – deze mortaliteit is ook in percentages aangegeven. De totale mortaliteit lag voor COVID-19 in de Chinese populatie op 2,3% en voor influenza in Nederland op 0,25%.

De gegevens over influenza zijn vanuit de Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn teruggerekend naar de Nederlandse populatie; 2016 was daarbij het meest recente jaar met volledige data. Dit was een tamelijk mild griepjaar.

De cijfers zijn van vlak voor de verruiming van de COVID-19-diagnosecriteria. Aangezien bovendien veel mensen niet met griep naar de huisarts gaan, zou het kunnen betekenen dat voor beide statistieken de lichtere gevallen zijn ondervertegenwoordigd en dat de mortaliteit dus is overschat (bronnen: China CDC Weekly, 2020;2:113-22 en CBS Statline).

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Covid-19
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In dit artikel probeert u een inschatting over de mortaliteit van COVID-19 te maken. In de laatste alinea relativeert u deze dan ook terecht, maar staat u hierbij in mijn ogen te kort stil vooral ook omdat cijfers zoals deze wel rond gaan via de media.

Om de mortaliteit van een virus te berekenen hebt u 2 cijfers nodig zoals u deze ook benoemt:

De noemer bevat alle patiënten met een actieve infectie. Hierbij houdt u geen rekening met de overbelasting van het zorgsysteem in Wuhan. In korte tijd was er sprake van zeer veel infecties bij een zorgsysteem wat niet hierop voorbereid was. Het is aannemelijk dat niet acuut zieke mensen nooit getest werden. Dit wordt ook duidelijk in de verdeling van de cijfers waarbij o.a. blijkt dat bijna geen kinderen geïnfecteerd waren in China. De vraag is of dit wel zo is of dat de infecties bij kinderen gewoon veel milder verlopen (wat mij duidelijk waarschijnlijker lijkt). Hierdoor is de noemer in China mogelijk foutief laag geweest wat zorgt voor een overschatting van de mortaliteit.

Aan de andere kant wordt ook bij de teller (aantal overleden patiënten met actieve infectie) geen rekening gehouden met de verschillende zorgsystemen. Terwijl in Wuhan het zorgsysteem mogelijk dermate onder druk stond dat ook de ernstig zieke patiënten moeite hadden ondersteunende therapie in het ziekenhuis te krijgen was dit in Nederland 2016 tijdens een milde griep seizoen zeker niet zo. Hierbij zou passen dat de mortaliteit in Wuhan (> 5%) veel hoger is dan in andere regio’s in China.

Bovenstaande samennemend is het dus erg lastig zinvolle uitspraken over de mortaliteit van COVID-19 te maken. In Zuid Korea ligt de mortaliteit bijvoorbeeld onder 1 procent. Mijn inziens is het dus belangrijk om aan te geven dat de mortaliteit van COVID-19 nog niet bekend is.

Bronnen: WHO.int

Frederik Plum, internist