artikel
Nadat een decennium geleden de ‘ultra langwerkende’ insuline degludec op de markt kwam, is er nu een insulinevariant ontwikkeld die nog langer werkt. Insuline icodec hoeft slechts 1 keer per week te worden toegediend. In het fase III-onderzoek kwamen wel meer hypoglykemieën voor (JAMA. 2023; online 24 juni).
Het onderzoek vond plaats onder relatief gezonde volwassenen met diabetes mellitus type 2 in Azië, Noord- en Zuid-Amerika, en Europa (Frankrijk, Denemarken en Tsjechië). Het werd gefinancierd door de farmaceut Novo Nordisk als onderdeel van de ONWARDS-trials. Patiënten kwamen in aanmerking als zij nooit eerder insuline hadden gebruikt, maar nu wel moesten starten wegens een te hoge HbA1c-waarde (53-97 mmol/mol) ondanks gebruik van orale antidiabetica.
De deelnemers (n = 588; gemiddelde leeftijd 58 jaar; 37% vrouw) werden gerandomiseerd naar de interventiegroep (1 keer per week insuline icodec en dagelijks placebo) of de controlegroep (dagelijks insuline degludec en 1 keer per week placebo). Gedurende het onderzoek van 26 weken maten deelnemers dagelijks hun nuchtere bloedsuiker. Als het driedaagse gemiddelde boven de 7,2 mmol/l was, werd de insulinedosering verhoogd met 20 IE/week (icodec) of 3 IE/dag (degludec). Als de laagste waarde onder de 4,4 mmol/l was, ging er respectievelijk 20 IE/week of 3 IE/dag af. Aanpassingen vonden wekelijks plaats.
In de laatste 2 weken was de benodigde insulinedosering 204 IE/week (29 IE/dag) bij insuline icodec vs. 187 IE/week (27 IE/dag) bij insuline degludec, een niet-significant verschil.
De gemiddelde HbA1c-waarde was in de interventiegroep gedaald van 70 mmol/mol (8,6%) naar 53 mmol/mol (7,0%) en in de controlegroep van 69 mmol/mol (8,5%) naar 55 mmol/mol (7,2%). Wekelijks insuline icodec is dus gelijkwaardig aan dagelijks insuline degludec in het verlagen van de bloedglucose.
Hypoglykemieën (plasmaglucose < 3,0 mmol/l) kwamen in totaal 67 keer voor bij 37 deelnemers. Hoewel het risico op hypoglykemie laag was, lag dit wel aanzienlijk hoger in de groep die insuline icodec gebruikte (8,2 vs. 4,4% in de degludecgroep), met een rate ratio van 3,12 (95%-BI: 1,30-7,51).
Lichte of matige reacties op de injectieplaats kwamen iets vaker voor in de interventiegroep (8,5 vs. 4,4% van de deelnemers). In de controlegroep kwam 1 ernstige medicatiefout voor. Verder waren er geen ernstige bijwerkingen gerelateerd aan insuline.
‘Dit is weer een stap vooruit in diabetesbehandeling’, reageert Erik Serné, internist in het Amsterdam UMC, niet bij het onderzoek betrokken. ‘Als je een injectie met insuline maar 1 maal per week hoeft te gebruiken, draagt dat mogelijk bij aan de therapietrouw. Het voordeel daarvan is dat glykemische doelen vaker worden behaald.’
Wat betreft de veiligheid houdt Serné nog wel een slag om de arm. ‘Deelnemers aan dit soort trials vormen een geselecteerde populatie. Als je dit aan ongeselecteerde patiënten in de praktijk geeft, gaat het mogelijk meer hypoglykemieën geven, vooral bij ouderen.’ Welke plaats insuline icodec krijgt in de behandeling van diabetes moet nog blijken.
Reacties