Niet-scrotale testes; beleid voor de eerste lijn

Klinische praktijk
R.P.P. Aendekerk
F.J.M. van Leerdam
R.A. Hirasing
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:557-61
Abstract

Samenvatting

- Bij niet-scrotale testes kan men onderscheid maken tussen retractiele testes (volledig ingedaald en normaal ontwikkeld, maar soms subcutaan in het liesgebied gelegen), retentio testis (testes niet of alleen onder lichte manuele pressie in het scrotum te brengen) en ectopische testes (liggend buiten het indalingstraject).

- De prevalentie van steeds niet-ingedaalde testes is naar schatting 0,7-0,8 van alle jongens.

- De eerste dagen na de geboorte zijn het geschiktst voor onderzoek en registratie, omdat dan de cremasterreflex afwezig is. Registratie dient in het jeugdgezondheidszorgdossier en ook in het ‘groeiboekje’ voor de ouders plaats te vinden.

- Retractiele testes behoeven geen behandeling. Omtrent (eventuele) behandeling van de verworven niet-scrotale testes bestaat geen consensus. Bij retentio testis hangt het beleid af van eerdere testeslokalisaties. Bij ectopische testes en nooit-scrotale testes dient verwijzing voor chirurgische behandeling plaats te vinden vóór de leeftijd van 2 jaar.

- Orchidopexie (een betere benaming is eigenlijk orchidofuniculolysis gevolgd door orchidopexie) is alleen gerechtvaardigd bij nooit ingedaalde testes.

- De huisarts dient bij een duidelijke indicatie tijdig te verwijzen (vóór de leeftijd van 2 jaar) en in andere gevallen gerust te stellen en een afwachtend beleid te voeren tot in de puberteit.

Auteursinformatie

R.P.P.Aendekerk, huisarts, Meander 38, 6071 SB Swalmen.

TNO Preventie en Gezondheid, divisie Jeugd, sector 0-19-jarigen, Leiden.

F.J.M.van Leerdam, jeugdarts.

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, afd. Jeugdgezondheidszorg, Amsterdam.

Contact Prof.dr.R.A.HiraSing, kinderarts-jeugdarts

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Zaandam, maart 2002,

Het goed leesbare artikel van Aendekerk et al. (2002:557-61) geeft mij als consultatiebureau-arts duidelijke richtlijnen wanneer ik naar de huisarts moet verwijzen. Helaas veroorzaakt het artikel verwarring door afwisselend te spreken over verwijzen voor het 2e levensjaar, voor de leeftijd van 2 jaar, of ‘prior to the second birthday’. Het lijkt mij dat bedoeld wordt dat verwijzing moet plaatsvinden voor de 2e verjaardag, dus voor het 3e levensjaar begonnen is.

E. Vlaanderen

Swalmen, april 2002,

Wij danken collega Vlaanderen voor haar reactie. Allereerst zijn wij verheugd te lezen dat de richtlijn duidelijk is en dat zij de richtlijnen zal gaan toepassen bij eventuele verwijzingen naar de huisarts. Dit betekent hopelijk dat er in de praktijk iets zal veranderen aan het aantal onterecht verrichte orchidopexieën. De aanvullende opmerking over de verwarring die kan ontstaan door afwisselend te spreken van ‘voor het 2e levensjaar’ en ‘voor de leeftijd van 2 jaar’ is terecht. Wij bedoelen inderdaad dat verwijzing plaats dient te vinden voor de 2e verjaardag (en dus voor het 3e levensjaar).

R. Aendekerk
F. van Leerdam
R. Hirasing