Morbiditeit bij kinderen na chirurgische behandeling wegens oesofagusatresie en oesofagotracheale fistel

- Four neonates, one girl and three boys, displayed symptoms such as coughing during feeding and bubbleblowing; in two of their mothers there had been positive discongruence during pregnancy. The children had an oesophageal atresia and/or tracheo-oesophageal fistula, which were corrected surgically. In one of the two children with a longer distance between the proximal and distal parts of the oesophagus, complications continued to occur; the others recovered reasonably well. The first succesful creation of an anastomosis in oesophageal atresia was performed in 1941. Due to the improvement in the treatment the mortality in the past decennia has lowered. An increased morbidity has become apparent. The attention is nowadays focussed on the treatment of morbidity such as strictures, leakage of the anastomoses, gastro-oesophageal reflux, tracheomalacia and recurrent fistula.

Samenvatting

Bij 4 pasgeborenen, 1 meisje en 3 jongetjes, waren er symptomen als hoesten tijdens de voeding en belletjes blazen; bij 2 van hun moeders was er positieve discongruentie tijdens de zwangerschap. De kinderen hadden een oesofagusatresie en/of oesofagotracheale fistel, die operatief werden gecorrigeerd. Bij een van de 2 kinderen met een grotere afstand tussen het proximale en het distale deel van de slokdarm bleven er complicaties optreden; bij de anderen was het herstel redelijk goed. De eerste succesvolle anastomosering bij oesofagusatresie vond plaats in 1941. In de afgelopen decennia is door verbeteringen in de behandeling de sterfte aan de aandoening verminderd. Hierdoor is meer morbiditeit zichtbaar geworden en is de aandacht verlegd naar de bestrijding van de morbiditeit die voortkomt uit stricturen, naadlekkages, gastro-oesofageale reflux, tracheomalacie en recidieffistels.