Mono- of combinatietherapie bij ernstige bacteriële infecties?

Opinie
I.M. Hoepelman
M. Rozenberg-Arska
J. Verhoef
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:284-6

In onze publikatie, kort geleden verschenen in The Lancet,1 wezen wij erop dat als empirische therapie bij ernstige bacteriële infecties monotherapie met een cefalosporine van de 3e generatie even effectief kan zijn als de combinatie van een aminoglycoside met een 2e-generatie-cefalosporine. Omdat naar onze mening monotherapie niet altijd kan worden toegepast, willen wij met dit commentaar ons artikel in een breder perspectief plaatsen. Achtereenvolgens noemen we de argumenten die worden gehanteerd door voorstanders van combinatietherapie (de combinatie van een aminoglycoside en een ?-lactam-antibioticum).

Voordelen van combinatietherapie

Verbreding van het spectrum bij empirische therapie en bij de behandeling van polymicrobiële infecties

Wanneer we praten over empirische therapie van ernstige bacteriële infecties, is het verstandig om de patiëntengroep nader te definiëren. Een van de belangrijkste determinanten van de uitkomst van infecties is de mate van aan- of afwezigheid van granulocyten. Onder meer door onderzoekingen verricht in ons eigen land, is evenwel…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Universiteitskiiniek voor Inwendige Geneeskunde, Catharijnesingel 101, 3511 GV Utrecht.

Afd. Klinische Microbiologie en Infectieziekten: I.M.Hoepelman, internist (tevens afd. Inwendige Geneeskunde); mw.M.Rozenberg-Arska en prof.dr.J.Verhoef, medisch microbioloog.

Contact I.M.Hoepelman

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties