Minder antibiotica bij urineweginfectie na interventie

Rijtje van plaspotjes (van groot naar klein)
Lara Harmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:C5408

Een keuzehulp, scholing en aanvullende materialen kunnen helpen het aantal antibioticavoorschriften voor een vermoede urineweginfectie bij kwetsbare ouderen veilig te verminderen. Dat concludeerden Esther Hartman (arts in opleiding tot onderzoeker en specialist ouderengeneeskunde aan het Amsterdam UMC en UMC Utrecht) met internationale collega’s recent in The BMJ.

De Verenso-richtlijn ‘Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen’ adviseert een restrictief beleid als specifieke symptomen van de urinewegen ontbreken. De NHG-Standaard ‘Urineweginfecties’ sluit hierbij aan. Kwetsbare ouderen krijgen echter nog regelmatig niet-gepaste antibioticavoorschriften voor aspecifieke klachten. Hartman en collega’s ontwikkelden een interventie om de richtlijn beter te volgen…

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Farmacotherapie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het besproken onderzoek laat zien dat alléén een aanbeveling in de NHG-standaard onvoldoende is om een restrictief antibioticabeleid te voeren bij urineweginfecties. Daarom meent eerste onderzoeker Hartman dat er “een breed implementatieaanpak nodig is” om hieraan tegemoet te komen. Waar is de doktersassistent in dit hele verhaal? De meeste urineweginfecties in de reguliere huisartspraktijk en ook op de huisartsposten worden door hen afgehandeld, achteraf gefiatteerd door de huisarts. Zij onderzoeken na een korte anamnese (vaak alléén telefonisch) de vele potjes urine. Zij nemen bij tekenen van infectie op basis van anamnese en urineonderzoek het besluit tot behandelen, als het goed is conform de NHG-standaard. Mijn ervaring leert echter dat antibiotica dan de meest gebruikte optie is. Onderhandelen over geen antibiotica kost een doktersassistent veel tijd, gemiddeld waarschijnlijk meer dan een huisarts. Bovendien, welke huisarts zal een al afgegeven antibioticarecept van de doktersassistent achteraf blokkeren als een conservatief beleid eigenlijk eerste voorkeur was? Deze algemeen ‘gangbare urine-logistiek’ in de huisartspraktijk kon wel eens een sta-in-de-weg zijn bij de gewenste implementatie.  

Tot slot, wat betreft de betrokkenheid van de (oudere) patiënten zelf. Maak hen duidelijk dat heel vaak de medische noodzaak of spoed ontbreekt om iedere branderige mictie meteen te behandelen. Er mag gerust even afgewacht worden met extra drinken en paracetamol. Zo ‘gevaarlijk’ of ‘slecht voor de nieren’ is een urineweginfectie niet.

Hein Janssens, huisarts n.p.