Miltcysten. Behandeling door decapsulatie of partiële splenectomie

Klinische praktijk
W.L.M. Kramer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2130-4

Inleiding en historie

‘De geschiedenis herhaalt zich’ is een oud gezegde, dat ook van toepassing is op de historie van de behandeling van aandoeningen van de milt. Ofschoon in 1900 de splenectomie als de aangewezen therapie voor de miltruptuur gepropageerd werd, was de therapie voor de miltcyste in 1920 nog variabel.1-3

In 1952 werd door King en Shumacker de grondslag gelegd voor de herkenning van de functies van de milt, met name van de rol bij de afweer tegen infectieziekten. Uitval van deze functie na miltextirpatie is bekend als het ‘overwhelming post-splenectomy infection’ (OPSI)-syndroom.4 Later werd de remmende werking van de milt op de uitgroei van maligniteiten bekend.156 Sedertdien nam de kritiek op het uitvoeren van een splenectomie bij rupturen toe, en werd gestreefd naar het behoud van een voldoende hoeveelheid (25) van het oorspronkelijke functionele volume, dus van het door de A. lienalis gevasculariseerde…

Auteursinformatie

Ziekenhuis De Lichtenberg, afd. Chirurgie, Utrechtseweg 160, 3818 ES Amersfoort.

Dr.W.L.M.Kramer, chirurg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties