Er is voldoende bewijs dat ontwikkelingsdyslexie een organische achtergrond heeft, die blijkt uit veranderde cerebrale symmetrie, verminderde visuele en auditieve verwerking, veranderingen in de zogenaamde magnocellen en veranderde hersenactivering bij verbale, visuele en auditieve stimuli. De hersengebieden die dat zouden bewerkstelligen zijn de temporopariëtale cortex en, meer recentelijk, het cerebellum.…
Artikelinformatie
In print verschenen in
week 48 1998
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2642
Vakgebied
Reacties