Wat is passende vertegenwoordiging van kwetsbare mensen?

Mentor wil handelen voor een wilsbekwame patiënt

Opinie
H.V.U. (Riekje) Kaptein
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1877
Abstract

De zorg voor mensen met dementie kan doorschieten. Stelt u zich de volgende situatie eens voor: een alleenstaande, 67-jarige vrouw lijdt aan beginnende vasculaire dementie. Ze wordt in het verpleeghuis opgenomen vanwege een rechtszijdig CVA met een hemiparese links. De specialist ouderengeneeskunde ziet haar met enige regelmaat, onder meer vanwege krampen en pijn in de paretische zijde. De rechter heeft een mentor benoemd. In de beslissing van de rechter staat de volgende motivering: ‘tijdelijk of duurzaam niet in staat ten volle haar niet-vermogensrechtelijke belangen waar te nemen’. De mentor is betrokken en patiënte waardeert haar steun en hulp.

De specialist ouderengeneeskunde vindt dat patiënte in staat is haar zorgplan te begrijpen en te overzien. Hij bespreekt het plan met haar in aanwezigheid van de mentor en nodigt patiënte uit te ondertekenen, zoals dat gebruikelijk is. Dan stelt de mentor dat uitsluitend ondertekening door haarzelf rechtsgeldig kan zijn, want de rechter…

Auteursinformatie

Laurens, Rotterdam.

Contact Mr.drs. H.V.U. Kaptein, specialist ouderengeneeskunde en BOPZ-arts (r.kaptein@laurens.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Prof.dr. Johan Legemaate, gezondheidsjurist, AMC, Amsterdam, droeg bij aan de totstandkoming van dit manuscript.

Wie beslist over de zorg aan mensen met dementie?
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Dementie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Aart
Hendriks

Mevrouw Kaptein heeft gelijk: de meeste demente personen die niet in staat zijn om wilsbekwaam te beslissen aangaande verzorging, verpleging en behandeling hebben geen mentor. In die gevallen maken behandelaars doorgaans afspraken met de familie of andere naasten over de zorg aan een cliënt met dementie. Maar daar waar de rechter is overgegaan tot benoeming van een mentor heeft hij daarvoor goede redenen, zoals onenigheid tussen familieleden of de afwezigheid van naasten. De mentor moet dan de niet-financiële belangen van de betrokkene behartigen, zoveel mogelijk in overleg met en conform de wensen van de cliënt. Het is in die gevallen als behandelaar niet aan te raden, zoals mevrouw Kaptein suggereert, om eenzijdig te besluiten de mentor niet bij zorgbeslissingen te betrekken omdat de cliënt wilsbekwaam zou zijn. Ook al is dat laatste het geval, dan is het aan te bevelen dit soort zaken met de mentor te bespreken. U moet niet willen dat een mentor via bijvoorbeeld kennisname van de inhoud van het zorgdossier moet vernemen dat u hem de facto heeft gepasseerd. Dat is vragen om gedoe. Mocht u als behandelaar van mening zijn dat mentorschap niet langer nodig is of de mentor zijn werkzaamheden niet goed uitvoert, dan kunt u de rechter verzoeken het mentorschap te beëindigen of om een vervangende mentor aan te wijzen.