artikel
– Op 31 oktober 1997 is op 80-jarige leeftijd overleden Jan Bastiaans, emeritus hoogleraar Psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij heeft grote betekenis gehad voor de maatschappelijke erkenning van late psychiatrische gevolgen van oorlogsvervolging, verzet en gijzeling – een erkenning die heden ten dage zo vanzelfsprekend lijkt, maar die dat in de eerste 25 jaar na de Tweede Wereldoorlog geenszins was.
Bastiaans, geboren te Rotterdam, behaalde zijn artsexamen in 1945 en specialiseerde zich daarna tot psychiater bij Van der Horst. Na zijn specialisatie werd hij chef de clinique van de Amsterdamse psychiatrische universiteitskliniek. In dezelfde tijd nam hij ook deel aan de Amsterdamse psychosomatische werkgroep onder leiding van Groen. Van 1954 tot 1963 was hij directeur van het Psychoanalytisch Instituut te Amsterdam. Hij had een brede belangstelling voor uiteenlopende vakgebieden, waaronder de filosofie, maar de psychoanalyse en de psychosomatische geneeskunde hebben zijn denken het meest beïnvloed.
Met zijn proefschrift Psychosomatische gevolgen van onderdrukking en verzet (1957) vestigde hij de aandacht op het psychische leed van oud-verzetsmensen en concentratiekampslachtoffers. Mede hierdoor heeft hij een grote betekenis gehad voor het totstandkomen van een brede maatschappelijke erkenning van de langetermijngevolgen van oorlogsleed. Daartoe heeft zeker ook bijgedragen dat hij goed kon omgaan met de media.
Als hoogleraar drukte hij van 1964 tot 1985 zijn stempel op de Leidse psychiatrie. Vele studenten zullen zich zijn colleges blijven herinneren, vele assistenten in opleiding zijn exposées. Hij werd in deze periode bekend door zijn diagnostiek en behandeling van oorlogsgetroffenen. Hij oogstte roem en kritiek: roem vooral bij zijn patiënten, kritiek vooral bij zijn collega's. Die kritiek richtte zich op zijn behandelmethode, de narcoanalyse. Bastiaans beoogde hiermee door middel van herbeleving van de schokkende ervaringen een verwerking ervan te bewerkstelligen en zo de symptomen waarmee de ‘pathologische’ verwerking gepaard ging op te heffen. De gedachte was dat met gebruik van chemische stoffen psychische weerstanden konden worden doorbroken, waardoor toegang werd verkregen tot het oorspronkelijke psychotrauma. Er was ook kritiek op de middelen (onder andere LSD) die Bastiaans gebruikte en de manier waarop hij ze gebruikte. Hoewel zeker veel patiënten op deze manier naar grote tevredenheid werden behandeld, werd de methode door hem nooit kritisch geëvalueerd en onderzocht. Een later opgezet onderzoek naar de effectiviteit moest worden afgeblazen wegens onvoldoende dossiergegevens.
Samen met Hans Teengs Gerritsen en anderen richtte hij in 1973 Centrum ‘45 op. Mede omdat hij zijn hoogleraarschap wilde continueren, werd hij geen directeur en zijn bemoeienis met Centrum ’45 werd dan ook snel minder. Van 1985 tot 1988 kon hij na zijn emeritaat nog enkele jaren in Centrum ‘45 patiënten blijven behandelen met de narcoanalyse. Dat gebeurde toen met thiopental onder gecontroleerde condities in aanwezigheid van een anesthesioloog.
Bastiaans bekleedde bestuurlijke functies in de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en Neurologie, het Consilium Neuro Psychiatricum (later Psychiatricum), de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie, het Instituut voor Medische Psychotherapie te Den Haag, het Research-instituut voor Toegepaste Psychologie te Amsterdam, de Vereniging voor Manuele Therapie, de Stichting Curium te Oegstgeest en de Belinfante-Dekker-stichting. Hij was tevens bestuurslid van de World Psychiatric Association en het International College for Psychosomatic Medicine. Hij was voorzitter van de Medische Adviescommissie van de Organisatie ter Bevordering van Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek en lid en adviseur van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Nederlands Astma Fonds. Hij bekleedde verschillende erevoorzitterschappen en erelidmaatschappen.
Hij werd onderscheiden als Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij ontving La Croix de Combattant de l'Europe en de zilveren Medaille van Verdienste van The International College for Psychosomatic Medicine.
Bastiaans was een gedreven psychiater die altijd klaar stond voor zijn patiënten. Hij was een markante persoonlijkheid die het conflict niet uit de weg ging en het ook opzocht. Hij kon niet gemakkelijk met beperkingen leven. Weggaan was moeilijk voor hem, zowel als hoogleraar in 1985 als bij Centrum ‘45 in 1988. Toen hij op hoge leeftijd dan ook zijn werkzaamheden moest beëindigen, kon hij dit maar nauwelijks. De laatste jaren was hij ernstig ziek. Zijn lijden werd verzacht door zijn zeer zorgzame vrouw, die niet van zijn zijde week. Wij zullen hem met respect en waardering ons blijven herinneren.

Reacties