Een pleidooi voor meer standaardisatie

Meetinstrumenten bij kwetsbare ouderen

Onderzoek
Frederike M.M. Oud
Sophia E.J.A. de Rooij
Arend J. Arends
Marielle H. Emmelot-Vonk
René J.F. Melis
Simon P. Mooijaart
Hanna C. Willems
Barbara C. van Munster
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3267
Abstract

Samenvatting

Doel

Een overzicht te krijgen van de frequentie en de achtergrond van het gebruik van meetinstrumenten door klinisch geriaters en internisten-ouderengeneeskunde bij het ‘comprehensive geriatric assessment’; het nevendoel is te inventariseren hoe groot de bereidheid is om de toegepaste meetinstrumenten te uniformiseren.

Opzet

Een descriptief vragenlijstonderzoek.

Methode

Met Survey Monkey verstuurden wij in december 2016 een enquête naar alle Nederlandse ziekenhuizen. Daarin vroegen wij welke instrumenten gebruikt werden voor specifieke domeinen in het ‘comprehensive geriatric assessment’, waarop de keuze van de instrumenten gebaseerd was, of deze instrumenten meerwaarde hadden, en of de respondenten bereid waren om de set instrumenten aan te passen.

Resultaten

We ontvingen 66 reacties (respons: 82%). De meest gebruikte instrumenten waren: Mini Mental State Examination in combinatie met kloktekentest (21%), Geriatric Depression Scale-15 (45%), Katz-Activiteiten Dagelijks Leven-6 (75%), Lawton & Brody (48%), Mini Nutritial Assessment(-short form) (poliklinisch; 56%) en Short Nutritional Assessment Questionnaire (klinisch; 36%), Ervaren Druk Informele Zorg (46%), Charlson Comorbidity Index (35%), Timed Up & Go (76%), en de Veiligheidsmanagementsysteem(VMS)-valrisicovraag (21%). De meest gebruikte instrumenten werden in een groot deel van ziekenhuizen gebruikt (35-97%). In de domeinen cognitie, ondervoeding, mobiliteit/fysiek functioneren en valrisico was de variatie aan testen het grootst. Veel respondenten zien meerwaarde in een gezamenlijke set van instrumenten (mediaan: 70%; interkwartielafstand (IQR): 50-86) en men is eventueel bereid de instrumenten aan te passen (mediaan: 80%; IQR: 65-90).

Conclusie

Deze inventarisatie laat zien dat de gebruikte instrumenten op de meeste domeinen redelijk uniform zijn. Gezien de bereidheid tot aanpassing lijkt een landelijke basisset een haalbaar doel.

Auteursinformatie

Gelre Ziekenhuizen, afd. Klinische Geriatrie, Apeldoorn: drs. F.M.M. Oud, promovendus en aios klinische geriatrie (tevens: UMC Groningen, afd. Interne Geneeskunde-Ouderengeneeskunde); prof.dr. B.C. van Munster, internist-ouderengeneeskunde en klinisch geriater (thans: UMC Groningen, afd. Interne Geneeskunde-Ouderengeneeskunde). UMC Groningen, afd. Interne Geneeskunde-Ouderengeneeskunde, Groningen: prof.dr. S.E.J.A. de Rooij, internist-ouderengeneeskunde en klinisch geriater. Maasstadziekenhuis, afd. Geriatrie, Rotterdam: drs. A.J. Arends, klinisch geriater. UMC Utrecht, afd. Klinische Geriatrie, Utrecht: prof.dr. M.H. Emmelot-Vonk, klinisch geriater. Radboudumc, afd. Geriatrie, Nijmegen: dr. R.J.F. Melis, senior onderzoeker. Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Interne Geneeskunde, Leiden: dr. S.P. Mooijaart, internist-ouderengeneeskunde. Amsterdam UMC, locatie AMC, afd. Klinische Geriatrie, Amsterdam: dr. H.C. Willems, klinisch geriater.

Contact F.M.M. Oud (frederike.oud@gelre.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Frederike M.M. Oud ICMJE-formulier
Sophia E.J.A. de Rooij ICMJE-formulier
Arend J. Arends ICMJE-formulier
Marielle H. Emmelot-Vonk ICMJE-formulier
René J.F. Melis ICMJE-formulier
Simon P. Mooijaart ICMJE-formulier
Hanna C. Willems ICMJE-formulier
Barbara C. van Munster ICMJE-formulier
Screening op kwetsbaarheid bij ouderen op de SEH
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties